Het schip de Siveona in
aanbouw in een van de
productiehallen op de werf,
1918. De klinknagels zijn
duidelijk zichtbaar.
Collectie Regionaal Archief
spectaculair gezicht zijn geweest, toen het grote schip langzaam in het water gleed. Heel
Alkmaar was uitgelopen. Het Noordhollands Kanaal was tijdelijk afgesloten met grote
kettingen, terwijl twee van takken gemaakte vlotten de beschoeiing aan de overkant
moesten beschermen tegen de te verwachten golfslag. Coba Stoel, dochter van W.F. Stoel
jr. verrichtte de doopplechtigheid door een champagnefles met de kleuren van Alkmaar
en Rotterdam - de boot was gebouwd in opdracht van 'Burgerhouts Machinefabriek en
Scheepswerf te Rotterdam - tegen het schip stuk te gooien. Over de daarop volgende
tewaterlating schreef de Alkmaarschc Courant: "Hoog en ver werd het water opgestuwd,
één oogenblik maar, doch met ontzettende kracht - en daar lag de Victorie voor het eerst
van haar leven in haar element. Toen donderden de hoezee's los, het was een spontaan
en aanstekelijk gejuich en gewuif van de massa, verrast door het snelle maar
indrukwekkende gebeuren. En de bouwmeester stond er maar rustig bij te kijken, alsof
het vanzelf sprak, dat het zóó zou gaan, alsof elk ongelukje buiten gesloten was. Dat
ging nu eens werkelijk als gesmeerd".
Burgemeester Ripping feliciteerde de firma Stoel met het resultaat en vervolgens werd
feest gevierd, waarbij ook het personeel en hun vrouwen en kinderen aanwezig waren.
De naamgeving van het schip verliep chaotisch. Aanvankelijk zou het Neutraal worden
genoemd, maat deze naam, hoewel misschien effectief vanwege de duikbotenoorlog,
werd blijkbaar toch wel erg saai gevonden. Vlak voor de tewaterlating veranderde men
de naam in Victorie. Ook deze naam beviel blijkbaar niet, want later komen we het schip
tegen onder de naam Graaf Hendrik. De bouwkosten bedroegen 200.000 gulden. Dat
scheepswerfNicolaas Witsen de opdracht verwierf was mede te danken aan de tevreden
heid van opdrachtgever H.A. Burgerhout over een stalen luxe-motorboot die hij als
particulier in 1907 bij de werfhad gekocht. De naam van de boot? U raadt het al: Victorie.
Met de bouw van grotere zeeschepen begon men tijdens de Eerste Wereldoorlog. De
werf was er speciaal voor uitgebreid. De
bouw van een schip in de orde van
grootte van de Victorie werd niet meer
herhaald, wel bouwde de werf zowel
voor als na 1917 allerlei zeeschepen,
meestal met een maximale lengte van
rond de 26 meter. Zo kwamen in 1918 in
Deense opdracht twee tweemaster
motorschoeners gereed, de Molboen en
de Pax, beide 26 meter lang.
Het productieproces
Hoe ging men bij het bouwen van een
schip destijds te werk? Een artikel dat op
22 mei 1920 in de Alkmaarsche Courant
14