honderdjarig bestaan herdacht: jij of je tegenstander moet als er na bijv. 10 seconden
weer op een gong geslagen wordt, onmiddellijk een zet doen, niet eerder en niet veel
later. Of het koppelschaak, waarbij twee koppels aan één schaakbord om en om een zet
doen en het er dus niet alleen om gaat de snode plannen van de tegenstanders te
verijdelen, maar ook om zonder overleg te doorgronden of je partner daarbij wel op
dezelfde lijn zit als jij. Of het zogenaamde Fischer-schaak, waarbij de stukken in de
beginopstelling van een partij door elkaar gehusseld worden. Of het zogenaamde
Bronstein-schaak, waarbij jij en je tegenstander aan vier borden tegelijk spelen.
De eerste zestig jaar had men de clubavonden en ook de toernooien steeds in horeca
gelegenheden gehouden. Een clubavond moest immers ook iets van uitgaan hebben.
Alhoewel, schaken en gezelligheid vormen niet voor iedereen een vanzelfsprekende
combinatie. Je wilt ook winnen en voor de meeste spelers is daar toch in zekere mate rust
en stilte voor nodig. Dat was altijd al enigszins het bezwaar tegen Het Wapen van
Heemskerk. In 1963 had men bovendien genoeg van de wispelturigheid van de
beheerder, waardoor men soms op het laatste moment niet over de normale speelruimte
kon beschikken. Voor het eerst werd besloten te gaan spelen in een niet-horeca-
omgeving, nl. in het Odd Fellow-huis aan het Varnebroek. Dat betekende wel dat
clubleden zelf de exploitatie van drankjes op zich moesten nemen, maar dit zou
ongetwijfeld de prijzen der consumpties doen dalen. V.V.V. is in haar honderdste jaar
voor een teamwedstrijd nog één keer naar het Varnebroek teruggekeerd, maar indertijd
bleek de ruimte voor de vele leden toch al snel te klein.
Ruim twee jaar later besloot men te gaan spelen in de aula van het Christelijk Lyceum
aan de Fabritiusstraat. Daarmee werd voor het eerst het stadscentrum verlaten en een
nieuwbouwwijk opgezocht. Het grote voordeel van de zaal was de geweldige ruimte,
ook nodig omdat het ledental nog steeds aan het groeien was. Klachten over de wat
mindere gezelligheid werden naar de achtergrond gedrongen, maar verdwenen niet.
Een andere ruimte vinden was echter niet gemakkelijk. Toen in 1981 het Chr. Lyceum
het schoolgebouw overdroeg aan het Petrus Canisius College, vond het bestuur eerst
nog onderdak bij de school voor kleuterleidsters aan de Van der Veldelaan.
In januari 1983 keerde V.V.V. terug naar de binnenstad, naar de Brainbox, een nieuw
denksportencentrum op de tweede verdieping van de Kwantumhallen aan de Kanaal
kade, waar nu boekhandel Zwaan en Ter Burg zit. De nieuwe locatie had grote voordelen.
De zaalhuur, die de laatste jaren tot boven de 2000 gulden per jaar was gestegen, bedroeg
in de Brainbox nog maar één gulden per jaar. De uitbater dacht er met de consumpties
wel uit te komen. Nu waren er twee grote ruimtes plus apart een bar en in de andere zaal
speelde op maandagavond een bridgeclub. Bridgers zijn wel goede verteerders, maar of
dat ook voor schakers geldt? Hoe dan ook, V.V.V. is daar twaalf jaar gebleven totdat in
1995 de Brainbox weer werd opgedoekt.
V.V.V. heeft toen eerst het Koerhuis, het gebouw van een postduivenvereniging aan de
Olympiaweg betrokken. Op zich een aardige gelegenheid en dat er op de achtergrond