Het gebouw van 'De Unie' in de Koorstraat, ca. 1920. Collectie Regionaal Archief te leggen en vervolgens stellen ook de overige bestuursleden hun zetels ter beschikking. De grootste bestuurscrisis uit de geschiedenis van V.V.V. is een feit. Merkwaardigerwijs werd toen besloten op diezelfde vergadering meteen maar een nieuw bestuur te kiezen, waarvoor zich ter plekke vijftien kandidaten beschikbaar stelden en men op vijf daarvan kon stemmen. Slechts drie kandidaten halen in de eerste ronde de absolute meerderheid, namelijk penningmeester A. Vader met 24, P. Deugd met 20 en ex-secretaris D. Weisenborn met 16 stemmen. Van Burken die met 12 stemmen, dus 3 te weinig, een vierde plaats inneemt wil niet langer meedoen en verlaat de vergadering, "omdat hij telefonisch werd opgeroepen naar huis te komen", zoals in de getypte notulen later met de hand is bijgeschreven. Bij de volgende stemming voor de twee overige bestuursplaatsen worden B. Veltman met 17 en D. Appel sr. met 14 stemmen gekozen verklaard. In de daaropvolgende bestuurs vergadering wordt B. Veltman als voorzitter gekozen, terwijl D. Weisenborn weer secretaris wordt of eigenlijk het gewoon blijft. Van Burken, van wie we volgens de notulen absoluut niet mogen denken, dat hij kwaad was weggelopen, zegde wel zijn lidmaatschap op en met hem zes andere leden. Nadat in 1936 het ledenaantal gegroeid was naar 45, mede dankzij het 'Euwe-effect', zakt daarna het aantal gestadig naar 28 in 1940. Op 1 jan 1940 verhuisde V.V.V. voor 130 gulden per jaar van de Stedelijke Muziektuin naar 'Het Wapen van Heemskerk' in de Breedstraat, nu Atlantis. De bezettingstijd Allerlei beperkingen maakten een normaal clubleven natuurlijk onmogelijk. Moest de clubavond in het begin reeds voor tienen eindigen, later in 1940 mocht men tot kwart voor elf doorgaan, al had dat ook met het tijdstip van zonsondergang te maken, een reden waarom de wintercompetitie vaak tot ver in de zomer doorliep. Het ledental groeide trouwens spectaculair wat volgens de secretaris veroorzaakt werd door het feit, dat er in de bezettingstijd minder vermaak was. Het ledenaantal groeide van 28 in 1940 tot maar liefst 72 in 1944; dat was zo veel, dat er niet eens genoeg schaakmateriaal aanwezig was en het was ook niet de tijd om er meer bij te kunnen kopen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2006 | | pagina 26