De nieuwe Schaakclub V. V. V. (Van Vjjanden
Vriendon) vergadert olkon Vrijdagavond 8 uur in bet
lokaal van den boer CLAIJ aan do Kaasmarkt, ou noodigt
alle Scbaakliolhebbers zoowel Dames als HeereD uit, hare
Sohaakavondon met oen bezoek te vereeren. Tot 1 Jan.
1906 ie introductie geen veroiscbte, daarna worden leden
aangenomen, de contributie bodraagt f 2.50.
Schaken.
Dames als Heeren in en om Alkmaar, tot Jan. 1906
de gelegenheid aan te bieden om met de Club en
hare leden kennis te maken, door haar speel
avonden met een bezoek te vereeren.
Namens het bestuur
De Voorzitter G. NOBEL.
Secretaris h. E. J. Ten KLEY.
In het lokaal van den Heer Clay, waar de speel
avonden gehouden worden is geen vergunning,
doch dit mag voor schakers zeker meer als een
aanbeveling dan als een nadeel beschouwd
worden. Na 1 Jan. 1906 worden leden aangenomen
tegen een contributie van f 2,50."
Advertentie in de Alkmaarsche
Courant van 23 augustus 1905
van de nieuwe schaak
vereniging.
Collectie Regionaal Archief
Aan het eind van dit kennelijk ingezonden bericht wordt nog verwezen naar de hierbij
afgedrukte advertentie uit diezelfde krant.
Het bijzondere van dit bericht en de bijbehorende advertentie is, dat het nu de oudst
bekende teksten zijn, waarin de schaakclub V.V.V. genoemd wordt. Toch roepen ze ook
wel enige vragen op. Wanneer is V.V.V. opgericht? Al kort voor of op vrijdag 18 augustus
1905, zoals hier met zo veel woorden wordt gezegd of toch op 1 januari 190 6, een datum,
die zowel in het bericht als in de advertentie zo nadrukkelijk genoemd wordt?
Een andere vraag is: waarom werd V.V.V. opgericht? Er is kennelijk onenigheid geweest
binnen de 'Alkmaarsche Schaakclub', waarbij vijanden tegenover elkaar stonden, die
toch weer vrienden geworden zijn of althans hoopten, dat dat alsnog zou gebeuren.
Maar niet alles is opgelost. Was de verplaatsing van het clublokaal de enige reden van de
ruzie of zat er meer achter? En waarom wordt zo uitdrukkelijk vermeld, dat de
lokaalhouder geen vergunning heeft?
Een kleine week na dit eerste bericht, op dinsdag 29 augustus 1905, werden in de rubriek
'Ingezonden stukken' van de Alkmaarsche Courant onder het kopje 'Schaakstrijd' twee
reacties op het vorige stuk gepubliceerd. De eerste was een brief van de heer A. Nuijens,
toen nog maar net de nieuwe en waarschijnlijk ook de laatste secretaris van de
'Alkmaarsche Schaakclub'. Hij begint met de schrijver van het vorige bericht onder meer
te verwijten geen oog te hebben voor een gezegde van Napoleon III "qu'il faut laver son
linge sale en familie". Zo ging dat toen nog, heren van stand scholden elkaar historisch
verantwoord uit en in het Frans! De Alkmaarsche Courant was zo netjes gelegenheid tot
een weerwoord te geven aan de tegenpartij, de heer G. Nobel, de in de advertentie al
genoemde eerste voorzitter van V.V.V., maar die, naar nu blijkt, ook de voorlaatste
secretaris van de 'Alkmaarsche Schaakclub' en de anonieme schrijver van het vorige
bericht van 23 augustus was. Na aangegeven te hebben dat het verwijt de vuile was
buiten te hebben gehangen gezien zijn brief veeleer op de heer Nuijens zelf slaat, legt
Nobel, eerst in het kort en een week later, op woensdag 6 september, nog eens heel
uitgebreid uit, hoe het volgens hem gegaan is. Ik zal proberen uit al deze en nog enige
andere stukken de mogelijke gang van zaken te reconstrueren, die tot de geboorte van
V.V.V. geleid heeft.