De ontwikkelingen van 1820 tot 1950 Grote veranderingen traden op in de 19de eeuw. Het Noordhollands kanaal werd rond 1820 - 2823 dwars door de verdedigingslinie van de stad aangelegd. De Hoge Brug moest wijken. Verder zien wij op de plattegrond van Van Diggelen nog weinig veranderingen in deze wijk, in tegenstelling tot het gebied tegenover de Voormeer, waar een groot deel van het Veneetse eiland werd afgegraven voor de bocht in het Noordhollands Kanaal. Het hoge poortwachtershuis achter de Boompoort heeft er nog betrekkelijk lange tijd gestaan. Na het afschaffen van de vestingwet en de stedelijk accijnzen, die werden geheven bij het binnenkomen van de stad, verloren de poorten, bastions en aarden wallen hun functie en werden afgebroken en afgegraven. Dit afgraven vond plaats in 2865 en 1866. Op de afgegraven wallen werd een wandelpark aangelegd in de toen gebruikelijke romantische landschapstijl. Door de Alkmaarse stadsarchitect W.F. Ducroix werd vanaf het Boombolwerk aan het kanaal tot het Munnikenbolwerk bij het afgesneden kanaalvak een fraai wandelpark aangelegd. Gelukkig is dit park, dat essentieel is voot de stedenbouwkundige structuur van Alkmaar, voor het grootste deel behouden, maar juist het deel rond het Schelphoekgebied is verloren gegaan. Reeds 13 jaar na de aanleg werd het eerste deel van het park op het voormalige Boombolwerk opgeofferd voor de bouw van de Alkmaarsche Ijzer en Metaalgieterij. Detail plattegrond Van Diggelen (eerste kadastrale kaart van Alkmaar) van 1823. Het Kanaal is de jaren hiervoor net aangelegd. Het rechter deel van de Schelphoek is inmiddels gedempt. De zoutziederijen zijn met Z aangegeven. Collectie Regionaal Archief

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2005 | | pagina 9