tius aan lechtige inderen, ten met de plek reffende ons drie schoon- dagnog. waar de konden en mijn .B.S. aan van het eren, de vas geen nen. Die lie vanaf n, zodat en grote astte het hadden 'as in de jaspit en iet altijd ■ang van :rend op o.a. een van de persoon Van de voor de et oude aniseerd In de stad krioelde alles door elkaar. Het was mooi weer en overal zag je groepjes vreemde mensen met elkaar staan praten: de straat was de ontmoetingsplaats voor de Amersfoorters. Er liepen veel soldaten en doordat veel werk stillag was bijna iedereen buiten om het nieuws en de vele verhalen daaromheen te bepraten. Van schieten of luchtalarm trok men zich weinig aan en er was ook geen paniek maar wel druk gedoe.Voor een bijna 12-jarige jongen was het een voortdurend avontuur. De situatie werd echter anders en grimmiger op dinsdag 14 mei. De oorlogsdreiging kwam naderbij. In de middag van deze stralende lentedag vormden zich op het Verdronkenoord lange rijen particuliere auto's die gevorderd waren. Het was een bonte stoet opgepropt met gehelmde en gewapende soldaten, de geweerlopen staken uit de ramen. Er werd beweerd dat ze richting Afsluitdijk zouden gaan. In de vooravond kwam via de radio het bericht dat Rotterdam was gebombardeerd en dat Utrecht daarna hetzelfde lot zou ondergaan. Het Nederlandse Leger had derhalve gecapituleerd! Ik wist niet wat ik hoorde. Gauw Duitse militairen bij de naar buiten, waar nu alle voertuigen ingeladen waren. Het ongeloof was groot, het kon Emmabrug, 1940. toch niet waar zijn. Een legerkapitein kwam op de fiets aansnellen, ondertussen Collectie Regionaal Archief roepend: 'Valse geruchten, valse geruchten'. Even een verademing, maar hij had ongelijk, bleek spoedig. Grote moedeloosheid bij de soldaten, die de order kregen uit te stappen. Het was voorbij. Vanaf de Omval waren de rookwolken te zien van de in brand gestoken olietanks in de petroleumhaven van Amsterdam. Na een paar dagen kregen we de eerste Duitse soldaten te zien. Op de Heul bij het Telefoonkantoor stonden twee open legerwagens met manschappen. Ze waren tot de tanden gewapend en probeerden met ons een gesprek aan te knopen, onderwijl kauwend op een stuk worstMijn vriendje Jan en ik keken echter de kat uit de boom. Nee, toch maar niet aanpappen. Even later zagen we een Duitse motorrijder benzine tanken aan de pomp tegenover de Dominicuskerk aan de Laat. Het viel mij op dat hij niet betaalde, maar een bonnetje schreef. Toen de Ortskommandant gearriveerd was, nam hij zijn intrek in Huize Voorhout. Er stond een erewacht bij de toegangspoort. De aflossing van de wacht trok veel bekijks. De Korenbeurs aan het Luttik Oudorp (in 1955 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2005 | | pagina 29