dat er aan het Zevenhuizen bij drogist G. M. Snel was geschoten; in het winkelraam is
nog heel lang het kogelgat als bezienswaardigheid zichtbaar gebleven. Snel noemde zijn
pand later ook 'De Meikogel'.
We gingen naar de kruidenierswinkel van vader De Moei, hoek Laat-Schoutenstraat en
zagen dat daar met plakband banen over de ramen werden geplakt, tegen de luchtdruk!
Ik kon het me niet voorstellen dat het zou helpen, maar overal gebeurde hetzelfde. De
Moei had een pakhuis in een soort hofje dat via een steeg naast de groenteboer te
bereiken was. Het hofje bestond uit een aantal kleine armoedige woningen. Het pakhuis
was gevestigd in een verlaten woning. Daar stond de voorraad kruidenierswaren, zo ook
een groot onaangebroken vierkant pak met schuimpjes. Wij maakten een gat aan de
zijkant en haalden er een paar broekzakken mondvoorraad uit. Zoiets hadden we eerder
echt nooit gedaan!
We hoorden dat de inwoners van Amersfoort geëvacueerd werden en per spoor op weg
waren naar Alkmaar om bij burgers ingekwartierd te worden. In de loop van de dag
kwamen de eerste treinen aan. In groepen, begeleid door padvinders en verkenners,
gingen ze naar kerken en bioscopen om daar voorlopig ondergebracht te worden. Jan en
ik gingen in de Grote Kerk een kijkje nemen. Die was nog helemaal leeg. Buitengekomen
hoorden we weer afweergeschut. Iedereen stond naar de lucht te kijken, een officier riep
tevergeefs dat de mensen naar binnen moesten. Zo zwierven Jan en ik de eerste
oorlogsdag door de rumoerige binnenstad, er was heel wat te beleven.
Het Noordhollands Dagblad - Ons Blad - van 10 mei kwam met het eerste oorlogsnieuws,
ik heb de krant bewaard. De kop luidde: 'Nederland en België door Duitschland
overvallen'. Tevens een Proclamatie van H.M. de Koningin en de Duitse oorlogsverklaring
die 's morgens om 6 uur werd overhandigd, terwijl de vijandelijkheden al uren eerder
waren begonnen. Verder het eerste legerbericht met de melding dat de bruggen over de
IJssel en de Maas waren vernietigd en dat vijandelijke vliegtuigen landingspogingen
hadden gedaan en op verschillende plaatsen parachutisten waren neergelaten, voor een
deel in Nederlandse uniformen. Via de radio werd steeds gewaarschuwd voor valse
berichtgeving. 'Let goed op de stem van de U bekende omroeper!'
De volgende dag, een mooie zaterdag, stonden we op het plat buiten en zagen we dat er
vier vliegtuigen uit het oosten naderden. Aan de zwarte kruizen zagen we dat het Duitse
toestellen waren. We hoorden het afweergeschut blaffen. Weer een aanval op het
vliegveld. Met mijn vriendje Jan fietste ik nu in de richting van Bergen. We wilden wel
meer zien. Maar op de splitsing Hoeverweg en Bergerweg, bij de fundering van de in
aanbouw zijnde kazerne, waren versperringen aangebracht en we mochten er van de
wachtposten niet door.