Historieprent van L. van Leer uit ca. 1850 waarop Cabeliau staat afgebeeld terwijl hij tijdens het beleg met een omzwachteld been de Alkmaarse verdediging moed inspreekt. Collectie Regionaal Archief De heer Reder was erg geboeid door het zwaard. In zijn artikel schrijft hij dat 'vanzelfsprekend zijn belangstelling in hoge mate uit[ging] naar de voor een jongen zo fascinerende oude wapencollectie'. In 1920 werd de collectie Rambonnet verkocht aan de heer Onnes die op het kasteel Nijenrode te Breukelen woonde. De verzameling verhuisde daarheen, met uitzondering van onder andere het zwaard van Cabeliau. In de grote wapenkamer van het Muiderslot was het zwaard oorspronkelijk direct links van de ingang tentoongesteld. Nadat de collectie Rambonnet was verhuisd, plaatste men het zwaard in de westelijke torenkamer, de zogenaamde 'gevangenkamer' van graaf Floris V. Daar bleef het hangen tussen een schouw en een raamnis tot circa 1922. De heer Reder zag het zwaard ruim driejaar bijna dagelijks en schrijft in zijn artikel dat hij het nog steeds 'met opschrift en al duidelijk voor zich ziet'. Hij kon het zich zó goed herinneren dat hij 51 jaar na dato uit zijn hoofd het zwaard nog kon natekenen, op schaal, en met de gevestknop in detail (zie de tekening op blz. 1). Direct na de Tweede Wereldoorlog heeft de heer Reder nog - vergeefse - pogingen gedaan de verblijfjdaats van het zwaard te achterhalen. Sinds 1953 woonde hij in Alkmaar, waar hij de aandacht van de directie van het Stedelijk Museum Alkmaar vestigde op het zwaard, met de bedoeling 'tot opsporing over te gaan alsmede, bij succes daarvan, een

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2004 | | pagina 4