tadsarchivaris truier die van et erf van deze iout. Bruinvis [uffertje' naar tngskwam de overkant (de ■aar op het erf Rutten tot de r uiteindelijk ierzoekin de nt: de hout- an hetZeglis. ;estaan. houdt in dat Zeglis een ten noorden dijk uit een transportakte, verleden voor Alkmaarse schepenen op 6 november 1595 (zie voor een volledige transcriptie bijlage A). In die akte wordt vastgelegd dat Jan Claesz timmerman aan Cornelis Nannincxz een vierde part van een hennepkloppersmolen en huis op het Tonland verkoopt (het Tonland lag op de zuidelijke landhoek waar het Zeglis uitmondde in de op dat moment nog niet drooggemaakte Schermer). De verkoper stelt hierbij als borg 'de gerechte helft van de saechmolen met het huysgen daer bij staende, staende bij noorden 't Seggelis bij oosten deser stede, belent met het Seggelis aen 't suyden, die Galchdijck aen 't noorden, Aelbert Meeszn aen 't west ende Helena Lauris weduwe van Jan Thyszn aen 't oost'.6 De eigenaar van de andere helft van deze zaagmolen wordt helaas niet genoemd. Het zou Cornelis Cornelisz kunnen zijn geweest. Waarschijnlijker is echter dat Lubbert Jacobsz schipper en Jan Claesz timmerman van het begin af gezamenlijk eigenaar van deze houtzaagmolen zijn geweest. Dit volgt uit een transportakte voor Alkmaarse schepenen, de tweede vanafbegin 1595 waarin dezelfde houtzaagmolen wordt genoemd. Deze akte dateert van 22 april 1596 en legt vast dat 'Jan Claeszn timmerman vercoopt Lubbert Jacobszn schipper de gerechte helft van een winthoutsagersmoolen ende van een huys ende erve mit twee schuyten, mitsgaders 't gereetschappe totte selve moeien behorende ende daer bij sijnde, staende ende leggende aen de noortsijde van 't Seggelis, mit een vrije eygen sloot aen de westsijde van 't voorschreven erff, belent met Aelbert Corneliszn aen 't west, de Galchdijck an 't noort ende de kinderen ende erffgenamen van Jan Teijszn aen 't oost, van alle 't welcke de voorschreven Lubbert Jacobszn d'ander helft Gezicht op Alkmaar vanaf het Zeglis. Tekening door W. Spaarman Pzn. uit 1884 naar een in 1657 door Alkmaar geschonken glasraam voor de kerk in de Rijp. Op de voor grond links oliemolen 'Koning David'. Collectie Regionaal Archief 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2004 | | pagina 7