'Te goed voor bewaren alleen' Onderwijs voor kleine kinderen in Alkmaar, 1806-1857 Eminy Reijngoud-Posthuma In mijn familie komt een Geertje de Leur voor. Zij was een zus van een voorvader en werd gedoopt op 27 september 1786 in Enkhuizen. Zij moest al vroeg op eigen benen staan en kwam als dienstbode naar Alkmaar. Zij trouwde er in i8rz met bakker Willem van Buijtenen. Na zijn dood in 1829 moest Geertje haar gezin onderhouden. Zij had 5 kinderen thuis en was zwanger. De geboorteakte van haar zoon Willem, in 1829 geboren, vermeldt dat moeder Geertje 'schoolmatres' was. In die tijd was dat een soort kleuterjuf Ik was benieuwd, hoe het kleuteronderwijs toen georganiseerd was. Aan de hand van literatuur en bronnen heb ik mij een beeld kunnen vormen van het kleuter- of kleine kinderonder wijs in die tijd. Dit artikel is de neerslag van mijn onderzoek. Beleefdheid, zedigheid en braafheid In de Franse tijd werd ons land een eenheidsstaat. Het bestuur werd gecentraliseerd en ook het toezicht op het onderwijs werd centraal aangepakt. In 1806 trad een nieuwe onderwijswet in werking. Doel van het onderwijs was: 'Gepaste en nuttige kundigheden aanleren, verstandelijke vermogens ontwikkelen en opleiden tot alle maatschappelijke en christelijke deugden'. Dit moest leiden tot een beschaafde samenleving, waarin beleefdheid, zedigheid en braafheid belangrijke deugden waren. In de nieuwe wet kreeg het onderwijs op de bestaande kleine kinder-, vrouwen-, of matressenschooltjes echter geen plaats. Wat niet betekende dat plaatselijke besturen deze vorm van onderwijs geheel links lieten liggen. Ook in Alkmaar deed men pogingen deze vorm van onderwijs te regelen. In 1806 werd door de gemeente Alkmaar een Plaatselijke Schoolcommissie ingesteld, die toezicht hield op het lager onderwijs. Zij voerde gedurende vele jaren haar taak zeer nauwgezet uit en bracht verslag uit aan de districtsschoolopziener. En hoewel in de nieuwe wet stond dat de commissie haar rapporten niet tot de kleine kinderscholen behoefde uit te strekken, wilde zij toch ook het kleine kinderonderwijs op een hoger plan brengen. De toestand van het onderwijs en de omstandigheden op de schooltjes waren over het algemeen slecht. Dat werd vooral veroorzaakt door de nadruk die er lag op het ontlasten van de moeders. Het onderwijs was van secundair belang.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2003 | | pagina 9