begonnen met het verhaal over Olivier, maar dat bleef wat mager, daar liep ik mee vast. Door de 21ste eeuw erbij te halen kon ik in het verleden maken wat ik wilde. De r7de- eeuwer gaat dood, maar Kris leert door de confrontatie met Oliviers lot zijn angsten overwinnen. De combinatie Olivier-Kris gaf me ook de kans om historisch onderzoek te beschrijven, iets wat me geweldig fascineert. Kris gaat naar het Regionaal Archief en duikt in de bronnen. Dat ben ik zelf Ik zie me dat al helemaal uitpluizen. Geloof je zelf ook in reïncarnatie? Nee, niet echt. Ik ben wel zelfnaar zo'n therapeute gegaan om te weten hoe dat gaat, ook dat moet kloppen. Maar ik heb geen bewijzen, ik kan geen namen of jaartallen controleren zoals Kris dat in het boek doet, jammer genoeg. Maar ik heb wel verhalen gelezen van anderen die zo'n therapie hebben ondergaan. Een van de kritiekpunten op mijn boek was ook dat ik zo zweverig was en dat Kris zich alles zo precies herinnert. Maar in de verslagen die ik heb gelezen over dit soort therapieën komen vaak mensen aan het woord die zich ongelooflijk gedetailleerde zaken uit het verleden herinneren. Zo heb ik het verslag van iemand die ervaart dat ze vroeger op de brandstapel is gestorven gebruikt voor mijn boekjeharme over het leven van Jeanne d'Arc. Hoe staat het met het jeugdboek datje samen me t Theo Hoo^jstraaten schrijft over de Alkmaarse geschiedenis? Gelukkig kwam de opdracht voor het schrijven ruim op tijd, zodat er genoeg gelegenheid was om onderzoek te doen. Het is al af en wordt in april 2004 gepresenteerd. De eerste oplage wordt door de gemeente cadeau gedaan aan de scholen in Alkmaar en de regio, daarna komt het gewoon in de boekhandel. Het boek bestaat uit zes verhalen waarin de Alkmaarse geschiedenis in verschillende eeuwen aan bod komt. Theo Hoogstraaten en ik hebben allebei drie verhalen geschreven. Ieder verhaal speelt in een andere eeuw. Mijn verhalen spelen in t254 ('Storm op komst'), t573 ('Victorie') en 1639 ('De schildersleerlinge'). De titels zijn nog voorlopig. De verhalen spelen uiteraard allemaal in Alkmaar. Het zijn vooral heel spannende verhalen, zodat ze ook voor niet-Alkmaarders leuk zijn om te lezen. Voor mijn verhaal over t573 heb ik gebruik gemaakt van het ooggetuigenverslag van Nanning van Foreest. Ik kwam erachter dat hij tijdens het beleg een 13-jarige dochter had, Margriet, dus die laat ik een rol spelen in het verhaal. Zij hoorde thuis natuurlijk veel, maar maakte zelf niet zoveel mee. Dus komt er een vriendje bij, Jorden, die buiten de stad was op het moment dat de Spanjaarden kwamen. Hij is de hoofdpersoon van het verhaal geworden. Het lastige van historische verhalen is datje veel informatie moet geven, maar die mag het verhaal niet verstoren. Je kunt als schrijver niet in het verhaal gaan zitten en steeds uitleg geven. Met die twee personen heb ik het avontuur en de informatie kunnen combineren.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2003 | | pagina 7