Dr. Petrus de Sonnaville
Een onterecht vergeten Alkmaarder
P. Smit
In de Alkmaarsche Courant van 17 augustus 1837 stond de volgende advertentie:
'Overleden Petrus de Sonnaville, oud 72 jaar. Lid van de Staten van Holland; President
van de Geneeskundige Commissie; Dijkgraaf van de Schermeer; Hoogheemraad van de
Hondsbosse en Duinen tot Petten; Wethouder van Alkmaar'. Deze opsomming geeft
reeds aan, dat we met een niet onbelangrijk en veelzijdig persoon te maken hebben.1
Dr. Petrus de Sonnaville leefde als arts, wetgever en bestuurder in de grillige tijd van
stadhouder, Frans bestuur en Koninkrijk. Hij was een praktisch ingesteld bestuurder en
voorzover hij een ideologische overtuiging was toegedaan, berustte die op de opvatting
dat een centraal geleid bestuur het beste was voor de burger en de zorg voor zijn
gezondheid.
De Sonnaville was een bescheiden man, die zo min mogelijk aan de weg timmerde, maar
bij wie de grote lijnen samenkwamen; een groot man in een kleine stad. Deze eigen
schappen en omstandigheden hebben ertoe geleid dat hij goeddeels in de vergetelheid is
geraakt. De bedoeling van deze bijdrage is hem in een juister daglicht te plaatsen ten
opzichte van zijn tijd- en plaatsgenoten en daarbij willen we ons hier beperken tot zijn
verdiensten als bestuurder en geneesheer.2
Petrus de Sonnaville werd 3 april 1765 te Breda gedoopt, als zoon van de chirurgijn
majoor Leonard de Sonnaville (1723-1784) en Anna ter Beek (1725-1794). Hij overleed op
17 augustus 1837 te Alkmaar. In 1783 begon hij zijn studie in de geneeskunde aan de
universiteit van Leuven en in 1787 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde te
Leiden. Nog in datzelfde jaar werd hij in Alkmaar tot stadsarts benoemd. Hier huwde hij
in 1793 Johanna de Leeuw (1760-1840), dochter van Theunis Andtiesz. de Leeuw,
scheepskapitein op Suriname, en Geertruide Lourisd. (Geertje) Groet.
Nadat de Franse troepen met in hun kielzog het Bataafse Legioen, ons land waren binnen
gevallen, koos Alkmaar al snel de kant van de patriotten. De Sonnaville behoorde tot de
gematigde vleugel van die partij en direct na het planten van de vrijheidsboom werd hij tot
een van de 19 zogenaamde 'representanten' van het te vormen stadsbestuur gekozen.3 Het
College van Representanten kondigde op 18 mei 1795 de alliantie met Frankrijk af) welk feit