(1.
de stand
hillende
oals een
innen in
e dames
mee, zij
:rk. Opa,
liet. Met
sgezinde
leeft mij
10e goed
iroeving
in goede
had heel
en eigen
:1 weet ik
eft oma
k niet zo
Wellicht
ijn been.
Hij lag op de bovenachtetkamet en werd daar verzorgd door een eigen verpleegster. Zij
vond het sneu voor hem dat hij niet bij een bepaalde feestelijkheid zou kunnen zijn.
Toen heeft zij het voor elkaar gekregen om opa langs de steile trap naar beneden te laten
brengen, zeer tegen de zin van mijn vader. In de salon was voor hem een bed
georganiseerd, achter een kamerscherm. Maar de salon was niet warm te stoken en later
kon men hem niet meer naar boven krijgen. Waarschijnlijk heeft hij hierdoor kou gevat
en is hij tenslotte aan longontsteking overleden.
De laatste jaren van oma waren heel triest. Toen zij bij iemand te logeren was heeft zij
een attaque gehad. Of zij toen al meteen niet meer lopen kon en dement was weet ik
niet, het kan ook een langzamer verlopend proces zijn geweest. Voor mijn vader waren
dat ineens grote zorgen. Er is een verpleegster/verzorgster ingehuurd. Huishoudelijke
hulp was in die tijd al heel moeilijk.Toen ook nog de oorlog uitbrak en levensmiddelen
en kolen op de bon kwamen, was het eigenlijk niet meer te doen. Vader moest alle
beslissingen alleen nemen, het contact met oom Klaas in Indië verliep heel traag en werd
onmogelijk. Uiteindelijk is het huis in Alkmaar verlaten en heeft oma met haar
verzorgster onderdak gevonden in een pension in Den Haag, bij ons in de buurt. Daar is De doopsgezinde kerk, 1865.
zij in het najaar van 1941 overleden. Collectie Regionaal Archief
4