Het huis van Pieter en Cornelia de Lange in de Langestraat (nr. 46), ca. 1934. In het pand is nu de Etos gehuisvest. Foto: familiearchiefDe Lange Het huis We waren vaak in Alkmaar, in augustus met oma's verjaardag en ook heel vaak met Kerstmis. We kwamen aan met de trein uit Den Haag, na overstappen in het winderige en gure station Uitgeest. Aangekomen in Alkmaar liepen we buitenlangs, langs de Ringersfabriek (een geur om nooit te vergeten!) naar het centrum, de Langestraat af tot iets over de helft en dan stonden we voor het deftige huis met de statige gevel op nummer 46. Wel naast de viswinkel, en dat rook je altijd! Een stoep van twee blauwe hardstenen treden (wat waren de fossielen interessant!), een glimmend gepoetst koperen naambordje: P. de Lange PBzn in sierlijke letters gegraveerd, en een even blinkend gepoetste trekbel, die door het hele huis weergalmde. Dan ging de halve deur open en stond je in het brede deel van de gang, met rechts boven de deur naar de salon een houten wandbord met het opschrift: 'Wie als vriend hier binnen gaat komt nooit te vroeg maar steeds te laat'. In het smalle gedeelte achterin links (het huis was een samenvoeging van 2 panden) bevond zich een marmeren fonteintje en aan het eind een tuindeur naar buiten: het plaatsje en de diepe tuin. Er lag een deventer-loper over de hele lengte met in de winter een grijs katoenen overloper. De voorkamer of salon (in het artikel zijn voor- en achterkamer verwisseld) was groot en hoog zonder middentafel, met (namaak?) leerbehang, langs de ramen met een zitje hingen vitrage en donkerrode zware gordijnen, tussen de ramen een lange smalle spiegel. In de lange muur tegenover de gangdeur zat een niet al te grote, druk versierde, gietijzeren haard, die het nooit van zijn leven klaarspeelde om de kamer warm te stoken als we er met Kerstmis om de boom zaten thee te drinken en bij de piano zongen. Rechts en links van de haard hingen hoog de familieportretten. Aan de andere wand stond het kabinet en een zilverkastje, een soort vitrinekastje van mahoniehout met een kuif en snijwerk langs de kanten. Daarin stonden de bibelots van zilver waarvan er heel wat door oom Klaas uit Indië waren meegenomen. Ook schildpaddendoosjes stonden erin, waar ik als kind gespannen naar keek, want aankomen was er niet bij. Achter hoge vleugeldeuren lag de achterkamer, de huiskamer met een grote ovale uitschuifbare tafel en een kolossale kolenkachel: daarmee kon het altijd wel goed warm gestookt worden. We zien deze niet op de foto, want hij werd in mei met de schoonmaak weggehaald. Aan tafel mocht ik naast opa zitten (hij had wel een zwak voor mij), en dan kreeg ik een of twee schijfjes van zijn in de roomboter gebakken aardappeltjes, die tot zijn diabetesmenu behoorden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2003 | | pagina 18