Vereni^in^snieuws
Afscheid van de voorzitter Van de werkgroep Welstand
HISTORISCHE VERENIGING ALKMAAR
Vroeger heb ik hardgelopen. Voor de estafette werd
altijd een goed team opgesteld.
Naast snelheid was het moment om het stokje door
te geven van cruciaal belang. Voor mij is, na acht
jaar uw voorzitter te zijn geweest, het moment
daarvoor gekomen. Gelukkig wil, met uw toestem
ming, Harold Bos het voorzitterschap over nemen.
En dat is een verantwoordelijke functie. Want onze
historische vereniging doet veel. En ook Guus
Breebaart wil namens de gidsen het bestuur komen
versterken. Dit is nodig, want volgend jaar moeten
er volgens het rooster van aftreden meer
bestuursleden stoppen.
Met plezier en voldoening kijk ik op het
bestuurswerk terug. Want in een bestuur waar
hard gewerkt wordt, veel kennis en ervaring is en
de samenwerking goed verloopt, is het prettig
toeven.
Ook voor het werk van alle groepen en de inbreng
van de leden heb ik veel waardering.
Dat ik met het voorzitterschap stop wil niet zeggen
dat ik helemaal uit beeld ga. Want ik zal af en toe
een steentje blijven bijdragen. Ik wens ieder een
steeds meer bloeiende en strijdbare vereniging.
BEDANKT ALLEMAAL!
Mqgda van Amsterdam-Coelingh
Zoals gebruikelijk heeft de werkgroep de afgelopen
periode weer veel adviezen gegeven naar aanleiding
van bouwaanvragen. Ook komt het steeds meer
voor dat een architect een zogenaamd preadvies
vraagt om bij de welstandscommissie te toetsen of
men op de goede weg is en men het plan in de vorm
van een bouwaanvtaag kan uitwerken. In beide
gevallen geven wij advies via de stedelijke
welstandscommissie aan het college van B&W. Wij
beoordelen de bouwplannen in Alkmaar vooral
vanuit cultuur- en architectuurhistorisch
perspectief In dat kader bekijken wij het plan in de
totale compositie van een (historische) straatwand.
In enkele gevallen betekent dit dat ons advies
afwijkt van het advies van de welstandscommissie,
die een bouwplan beoordeelt op redelijke eisen van
welstand. Het kan namelijk voorkomen dat een
bouwplan weliswaar volgens de commissie voldoet
aan redelijke eisen van welstand, terwijl wij het
eerder op cultuurhistorische gronden niet passend
vinden op de betreffende plaats. Wij baseren ons in
de binnenstad primair op de uitgangspunten in het
Beeldkwaliteitplan. Helaas merken wij vaak dat
deze onderlegger voor planontwikkeling niet of
onvoldoende gebruikt wordt door architecten en
ontwerpers. Wellicht dat in het kader van de
introductie van de stedelijke Welstandsnota meer
bekendheid aan deze duidelijke leidraad gegeven
kan worden.