gesponnen. In 1763 nam de cipier van het tuchthuis de spinnerij over voor een klein
bedrag. Vanaf die tijd zal men alleen gevangenen te werk hebben gesteld.11
In de 18de eeuw werd het aantal gebruikers van de voormalige kloostergebouwen nog
verder uitgebreid. In de meest noordoostelijke hoek van het complex werd in t723 een
Theatrum Anatomicum ingericht, waar anatomische lessen werden gegeven. Ook kreeg
het in dat jaar opgerichte Collegium Medico-Pharmaceuticum er enige ruimten
toegewezen.12 Ook culturele instellingen kregen onderdak in het voormalige
kloostercomplex. In het zuidelijk gedeelte ervan kreeg een aantal zanggezelschappen in
de 18de eeuw ruimte toegewezen om te oefenen. In 1727 werd aan het muziekgezelschap
'Harmonie' het voormalig brouwhuis van het klooster toegewezen, dat ingericht werd
tot concertzaal. In 2795 kocht het gezelschap het gebouw.13
De kaarten van Drebbel (1597) en Blaeu (1649] geven een goede indruk van het uiterlijk
van de voormalige kloostergebouwen. Nog gedetailleerdere informatie vinden we op
twee vogelvluchttekeningen van het complex uit circa 2660/2673.14 Duidelijk is te zien
dat de meeste kloostergebouwen zich in het noordelijk deel ervan bevonden. Later
huisvestte men daar onder meer het Tucht- en Verbeterhuis en het Aalmoezeniershuis.
De voormalige kapel van het Oude Hof valt op de vogelvluchttekening goed te
herkennen aan de drie grote ramen in de oostelijke gevel. Opvallend is dat op de kaarten
De voormalige
kloostergebouwen van het
Oude Hof op de kaart van
Drebbel, 1597.
Collectie Regionaal Archief