op het linkerdeurtje, het vuurslag met gekruiste pijlen, duidelijk maakt dat het meubelstuk in opdracht van een schuttersgilde is gemaakt. Het embleem is verwant aan het Bourgondische vuurslag met gekruiste stokken, maar het vuurslag met pijlen komt niet als vorstelijk embleem voor, wel als embleem van de schuttersgilden. De nauwe band tussen de vorst en deze aanzienlijke gilden maakte het vuurslag tot een schuttersembleem. Aangezien het dressoir uit Alkmaar afkomstig is, mag worden verondersteld dat het besteld werd door het Sint Jorisgilde (de oude schutterij] of het Sint Sebastiaansgilde (de nieuwe schutterij), die beide reeds in de tweede helft van de i5e eeuw bestonden. Het wapenschild dat de engel draagt was eertijds wellicht beschilderd met het wapen van een van deze twee gilden, eventueel gecombineerd met het stadswapen, dan wel met pijl en boog. Omdat ook de achterzijde van het dressoir versierd is en de stijlen op de vier hoeken diagonaalsgewijs geplaatst zijn, is het waarschijnlijk als vrijstaand meubel bedoeld geweest. Dit wijkt nogal af van het dressoir zoals we dat kennen van i5de-eeuwse schilderijen en miniaturen. Zonder twijfel is het dan ook voor een speciaal doel bestemd geweest. Indien het inderdaad gemaakt is voor een schuttersgilde konden in het kastje en in de laden de bezittingen van het gilde geborgen worden, terwijl op de vloer van het ondergedeelte en bovenop kostbare stukken te pronk konden staan bij bijzondere gelegenheden. Een vergelijking met andere laatgotische meubelstukken afkomstig van schutters gilden maakt duidelijk dat het uit de noordelijke Nederlanden afkomstig is. Zowel in kwaliteit als in stijl wijkt het af van de meubelen uit de zuidelijke Nederlanden. De leeuwen waarop het meubel steunt vinden we juist wel weer terug bij andere Noord- Nederlandse meubels. Bovendien komt de vorm van het dressoir, met de sterk horizontaal werkende kroonlijst overeen met die van de koorhekken in de St. Laurenskerk in Alkmaar en in de St. Nicolaaskerk in Edam. In het Centraal Museum in Utrecht valt ook een i5de-eeuws dressoir te bewonderen. Dit exemplaar is niet bedoeld voor midden in een ruimte, zoals het Alkmaarse, maar moet tegen een muur worden geplaatst. De achterkant is kaal. Er mogen dan niet veel gotische meubelen de eeuwen hebben doorstaan, op de schilderijen uit diezelfde tijd zijn ze vaak nog te bewonderen. Zo bevat bijvoorbeeld het schilderij Het Laatste Avondmaal van Dirc Bouts (ca. 1410-1475) een prachtig weergegeven Nederlands interieur uit de 15de eeuw, waar een zelfde soort dressoir te zien is als 'ons Alkmaarse', maar dan een eenvoudige variant. Mocht u voor de langjarige verbouwing het Rijksmuseum nog een keer gaan bezoeken, slaat u dan zaal 243 niet over. Het is de moeite waard!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2002 | | pagina 43