In 1857 werd het gesticht geopend. Directeur Meeter schetste de aankomst van de eerste 44 jongens, die overgebracht waren uit de jeugdgevangenis in Rotterdam, als volgt: 'Hunne aankomst had vele nieuwsgierigen doen zamenkomen. Eene moeder vooral zag reikhalzend uit, om haten zoon, die voor 5 jaren in hechtenis was genomen, onder de kleine gevangenen te herkennen. "Mijn W. is er niet bij", sprak zij, "want hij was al een groote jongen toen hij van hier ging". De vrouw dacht dat hij merkelijk langer zou geworden zijn, nu hij al ruim 18 jaar oud was, maar zij bedroog zich. De jongen was er wél bij, maar nog klein, en bleek en flets, als bijna allen'.26 Het Alkmaarse gesticht was een succes. Al spoedig was uitbreiding nodig. Na afbraak van de gebouwen van de voormalige Genees- en Heelkundige school, werd in 1866 op de noordoostelijke hoek van het complex een nieuw kazerneachtig gebouw neergezet met slaap- en ziekenzalen. Er was nu ruimte in het gesticht voor 230 jongens. Er is een foto bewaard gebleven uit 1892 waarop het nieuwe gebouw is te zien, met ernaast de vroegere kloosterkapel. Verdere verbouwingen volgden. Zo werd in 1875 de oude voormalige concertzaal aan de Gasthuisstraat afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe directeurswoning. In 1882 was er sprake van plannen van het ministerie van Justitie om het Alkmaarse gesticht te verplaatsen naar Doetinchem. Het Alkmaarse gemeentebestuur richtte een De gebouwen van het Rijksopvoedingsgesticht gezien vanaf de brug over het Geestwater, 1892. Het tweede gebouw vanaf de brug was de woning van de directeur. Collectie Regionaal Archief 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2002 | | pagina 17