De plattegrond van 1820 (de gebouwen donker) met erop ingetekend het in 1895 opgegraven torenfundament (gestippeld) en de moderne bebouwing ter plaatse (in stippellijn). Tekening: Peter Bitter daar bevindende ingangszijde van het tuchthuis veel beter uitkwam. Het met bomen voorziene plein bleef de naam Het Klooster behouden. Lijfstraffen werden nu niet meer uitgevoerd bij het stadhuis maat voor het tuchthuis, goed zichtbaar vanaf het plein. Pas in 1854 werden deze straffen afgeschaft. In 1870 verdween ook de doodstraf19 Van de gevangenis zijn plattegronden bewaard gebleven uit circa 1820, 1836 en circa 1857, die een gedetailleerd beeld geven van de toenmalige inrichting.20 Op de tekeningen uit 1836 en 1857 is ook de voorgevel van het tuchthuis - inmiddels Huis van Arrest21 genaamd - afgebeeld. Het voorgebouw aan het plein Het Klooster, diende tot woning voor de cipier. Achter de woning was een tuin en bleekveld. In het gebouw erachter bevond zich de kamer waar het college van regenten vergaderde en een tweetal vertrekken waarin kerkdiensten werden gehouden. Tussen de kamer en de kerk- vertrekken was een met een zware ijzeren sluiting voorzien hek aangebracht met het volgende oude opschrift: 'In uwe jeucht schikt u tot deucht, want rechters banck hout quaet in dwanck'.22 Dit hek gaf vanouds toegang tot de verblijfplaatsen van de gevangenen. Na een volgende binnenplaats kwam men in de oude kloosterkerk, waarin diverse gevangenenverblijven waren ingericht. Op de hoek met de Gasthuisstraat bevond zich het Theatrum Anathomicum en een aantal vertrekken, waaronder de oude bakkerij met daarboven de graanzolders van het Aalmoezeniershuis, die later in gebruik werden genomen als bakkerij voor het militaire garnizoen en bijbehorende bakkers woning. In 2826 werd in de hoekgebouwen een Genees- en Heelkundige School ingericht. Deze school verzorgde samen met soortgelijke instellingen in Haarlem, Hoorn en Amsterdam de opleiding van genees- en verloskundigen op het platteland. In 1865 werd de school opgeheven. Sinds 1860 was ze overigens al elders in de stad gehuisvest.23 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2002 | | pagina 14