ook schoolmeesterstaken vervulde. Naar aanleiding van deze berichten werd zijn verblijf in Alkmaar weer snel beëindigd. Zo had men het nu ook weer niet bedoeld. Alkmaar dankt aan De Witte een gedicht over de afbraak in 1802 van de Friese binnenpoort, een monument van het Alkmaars beleg in 1573. Een paar regels hieruit: "t Gevoelloos Nageslacht verkoopt, om geld te krygen, My, oude Vriesche Poort, voor afbraak, uit de hand: My, die het spaansche Canon, zoo dapper bragt tot zwygen: My die een sieraad was in 't vrye Nederland!'18 V eranderingen In de Franse tijd werd het gevangenisstelsel evenals de justitie een rijksaangelegenheid. De exploitatie van het Alkmaarse tuchthuis kwam nu voor rekening van het rijk, al bleef onduidelijk wie eigenaar was van de gevangenisgebouwen. Het bestuur over het tuchthuis kwam in handen van een college van regenten. In 1817 werd de gevangenis uitgebreid met een voormalig kloostergebouw langs het Zand (het Lange Huys genaamd) dat sinds 3795/3796 als kazerne dienst had gedaan. Eveneens in 1816 werd het zuidelijk gedeelte van het voormalig kloostercomplex, jarenlang in gebruik bij allerlei zanggezelschappen en sinds 1795/1796 ook benut als kazerne, afgebroken. Het vrijgekomen terrein werd onbebouwd gelaten, zodat de zich Plattegrond van het tuchthuis met aangrenzende gebouwen, ca. 1820. Collectie Regionaal Archief J tuf 'OS» S 'JS. c.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2002 | | pagina 13