tichting van het 1-1973) in lield. Zij ïgen van 'emelrijk :en groot voor mij :nden te Alain du rboek de 1 minder 1 Bergen Charley rijk deze /aringen iterswijk ijk door een stuk and van nssen de ht in het ende een in India. :stament t mogen ondentie ;t daarin De kist is enteel in het gebouw van het Regionaal Archief De archiefstukken zijn helaas verspreid geraakt. De gemeente Alkmaar behield in 1912 de strikt persoonlijke papieren van Wollebrant maar gaf de rest van het archief in bruikleen aan het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Van Santen onderstreept in zijn boek het unieke karakter van dit particulier archief Wollebrant bewaarde echt alles; zelfs liet hij kopieën maken van al zijn handelsjournalen en grootboeken om deze mee te kunnen nemen naar Nederland. Over Wollebrant is al het een en ander geschreven. De Alkmaarse schrijfster Bosboom- Toussaint wijdde in 1854 aan hem de novelle De Alkmaarsche wees, overigens een grotendeels fictief verhaal. Adjunct-gemeentearchivaris H.E. van Gelder schreef in 1915 een biografische schets over zijn leven, die in 1960 werd herdrukt in zijn bundel Alkmaarse opstellen. Ook van Wollebrant zeifis een werk in druk uitgegeven. Het betreft een door hem op verzoek van zijn superieuren geschreven verhandeling over de Indiase streek Gujarat. In 1929 werd het uitgegeven door de Linschoten-vereniging. Van Santen die in 1982 promoveerde op een studie over de VOC in het Indiase Gujarat en Hindustan in de periode tó20-i66o, beperkt zijn boek tot de periode die Wollebrant doorbracht in India. Na een korte inleiding over Wollebrants leven (hoofdzakelijk gebaseerd op de studie van Van Gelder), en een tweetal algemene hoofdstukken over de VOC, de compagniesdienaren en politiek en economie in Mughal-India, volgen twee hoofdstukken die ingaan op Wollebrants Indiase tijd in het textielstadje Bharuch en later in de stad Agra, waar het hof van de Mughal-vorsten lange tijd gevestigd was. Wollebrant was in totaal elf jaar in beide plaatsen werkzaam. Het is een erg lezenswaardig boek geworden, al staan in de eerste plaats de economische en politieke omstandigheden in India centraal, en niet de persoon van Wollebrant. Daarbij maakt Van Santen veel gebruik van observaties van Wollebrant en diens collega-kooplieden. Veel daarvan is ook vandaag de dag nog actueel. De Hollanders verbaasden zich over de grote armoede, het corrupte bestuur, het immense verschil tussen arm en rijk en de lage kosten van het levensonderhoud. Wollebrant maakte veel mee. Tijdens zijn verblijf in Bharuch brak aldaar een hongersnood uit; 'de miserij dien men hier daeglickx siet is niet uut te spreecken' schreef Wollebrant in een brief In de jaren dat Wollebrant in Agra verbleef, bouwde de Mughal-vorst Shah Jahan er de beroemde Taj Mahal. In zijn correspondentie heeft Wollebrant overigens alleen aandacht voor het gebrek aan karren voor het vervoer van VOC-koopwaar als gevolg van deze grote bouw onderneming. In zijn nawoord somt Van Santen een aantal feiten uit Wollebrants leven op: zijn koopmanservaringen in Perzië, 3 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2002 | | pagina 43