J. Hemelrijk, Uit de dagboeken van een rector (Stichting
Memoriaal; Oud Zuilen, 2002).
ISBN: 90-806849-2-9
Dit boek bevat een keuze uit de dagboeken die de rector van het
Murmellius-gymnasium te Alkmaar, dr. Jaap Hemelrijk (1888-1973) in
de jaren vóór en vooral na de Tweede Wereldoorlog bijhield. Zij
betreffen voor een groot deel het schoolleven. De waarnemingen van
leerkrachten en leerlingen die hij daarin optekent doen ons Hemelrijk
kennen als iemand met een grote psychologische intuïtie en een groot
pedagoog. Daarbij moet het voor Alkmaarders nog meer dan voor mij
als buitenpoorter boeiend zijn in bepaalde typen bekenden te
ontdekken. Zoals bijvoorbeeld de problematische leerling Alain du
Perron, zoon van de bekende schrijver. Verder bevat het dagboek de
neerslag van ontmoetingen van Hemelrijk met bekende en minder
bekende kunstenaars, schilders, dichters en musici, die in Betgen
woonden en met wie Hemelrijk bevriend was.
Mij hebben daarvan in het bijzonder geboeid de stukjes over Charley
Toorop en Jani Roland Holst. Bijzonder trefzeker en toch mild tekende Hemelrijk deze
tamelijk excentrieke karakters.
In het derde deel onder de titel 'Varia' boeiden mij in het bijzonder zijn ervaringen
met het antisemitisme (Hemelrijk was een geboren jood) in zijn jeugd in Winterswijk
en in de Tweede Wereldoorlog. De korte levensbeschrijving van Hemelrijk door
dr. C.M. Stibbe aan het slot is een verrijking. Een bijzonder mooi boek met een stuk
Alkmaarse geschiedenis op zijn best!
Joop D. Kila
H.W. van Santen, VOC-dienaar in India. Geleynssen de Jongh in het land van
de Groot-Mogol (Franeker, zooi). ISBN: 90-5194-Z10-9
Dit boek is gewijd aan de ervaringen van de Alkmaarder Wollebrant Geleynssen de
Jongh (1594-1674) in India. Na waarschijnlijk zijn jeugd te hebben doorgebracht in het
Alkmaarse weeshuis, maakte Wollebrant carrière in dienst van de VOC. Gedurende een
periode van 35 jaar werkte hij op diverse plaatsen in Azië, waaronder vele jaren in India.
Welgesteld keerde hij terug naar Alkmaar. Hij stierf ongehuwd. In zijn testament
bepaalde hij dat zijn nalatenschap pas honderd vijftig jaar na zijn dood zou mogen
worden verdeeld. Onder die nalatenschap viel ook een kist met al zijn correspondentie
en aantekeningen. Toen in 1824 de boedel werd verdeeld, wees men de kist met daarin
het persoonlijk archief van Wollebrant toe aan de kosterij van de Grote Kerk. De kist is
later overgebracht naar het Alkmaarse gemeentearchief en bevindt zich momenteel in