telgen van dit geslacht waren hervormd. Maar toen een van De Langes in het begin van de 19de eeuw trouwde met een meisje uit het bekende doopsgezinde Alkmaarse geslacht Bruinvis, ontstond er een doopsgezinde tak. Jan kwam uit deze doopsgezinde tak. Zijn ouders, Cornelis Johannes de Lange (1818-1875), van beroep kassier en steenkoper, en de uit Harlingen afkomstige apothekersdochter Maria Petronella Visser Bender (1814-1900), kregen vier kinderen die kort na elkaar geboren werden, eerst twee zoons, toen twee dochters. Jan, de tweede zoon, werd geboren in 1851. Hij trad in de voetsporen van zijn vader en werd eveneens kassier. Later werd hij bovendien commissionair in effecten. Daarnaast was hij werkzaam op tal van andere terreinen van het maatschappelijk leven, vaak als financieel specialist. Zo was hij 30 jaar lid van de gemeenteraad van Alkmaar (1889-1919) voor de liberale kiesvereniging 'Eensgezindheid'. Bovendien was hij bestuurslid van de Nutsspaarbank, secretaris van het departement Alkmaar van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, secretaris van de afdeling Alkmaar der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, regent van het Burgerweeshuis en bestuurslid en penningmeester van de ambachtsschool. Tevens was hij jarenlang (tot aan zijn dood) secretaris-penningmeester van het Provenhuis Johan van Nordingen (Huis van Achten) aan de Doelenstraat en voorzitter-regent van het Wildemanshofje aan de Oudegracht. De functie die hij het langst bekleedde was die van bestuurslid van de doopsgezinde gemeente in Alkmaar: ruim 63 jaar lang was hij als zodanig actief, waarvan bijna 40 jaar als voorzitter. In die periode verscheen er ook een lezenswaardig boek over de geschiedenis van de doopsgezinden in Alkmaar van zijn hand: Beknopte geschiedenis der doopsgezinde gemeente te Alkmaar (Alkmaar, 1924). Nog altijd hangt in de vergaderkamer van de Vermaning (het kerkgebouw der doopsgezinden) aan de Koningsweg het fraaie crayonportret dat J. Bruin in 1935 van Jan de Lange maakte.5 In 1878 trouwde hij, bijna 27 jaar oud, met de toen net 23-jarige Nancy Oort. Zij was een van de drie dochters van de bekende hervormde dominee Arent Joan Petrus Oort (1821-1907) en Anna Maria Laan (1823-1878). Kort voordat zij geboren werd in Huize Oort aan de Oudegracht 247^, was haar vader in Alkmaar bevestigd als predikant. Het echtpaar De Lange-Oort kreeg zeven kinderen. Toen de villa aan de Wilhelminalaan gebouwd werd, woonde alleen de jongste dochter nog bij haar ouders thuis. Bouwen op een mooie plek: de Wilhelminalaan Het echtpaar koos voor de nieuw te bouwen villa een mooie plek even buiten de binnenstad, de Wilhelminalaan. Deze eeuwenoude, met bomen beplante laan - vroeger Harddraverslaan geheten - vormt een van de hoofdtoegangswegen tot Alkmaars oudste openbare groengebied buiten de singels: de Alkmaarder Hout. Aanvankelijk stonden er langs die laan, die van oudsher slechts aan een kant - de westkant - bebouwd is, wat buitenverblijven met tuinkoepels. Toen aan het eind van de 19de eeuw de stad zich begon uit te breiden in zuidelijke richting, werd de oorspronkelijke bebouwing geleidelijk aan afgebroken en vervangen door grote villa's en herenhuizen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2002 | | pagina 29