ontwikkeling van het functionalisme, waarin geprobeerd
werd binnen en buiten in elkaar te laten overstromen.
Dergelijke ontwerpen heb ik ook wel gemaakt, denk maar
aan het crematorium in Schagen (afb. 11 en 13), maar de
gesloten plattegrond komt in mijn werk vaker voor.
Ik denk zelf dat die voorkeur voor de gesloten bouwmassa
ook te maken heeft met de scriptie die ik in mijn studietijd
gemaakt heb over Vingboons, de ï/de-eeuwse architect die
in Amsterdam veel grachtenhuizen gebouwd heeft. Hij
maakte mooie strakke plattegronden met kantig in de
muurvlakken gesneden ramen. Dat heeft veel invloed gehad
op mijn verdere ontwikkeling.
Hebt u als architect in Nederland invloed gehad? Of heeft uw
flexibiliteit en geringe stijlvastheid er juist toe geleid, dat dit niet
gebeurde?
Er zijn dingen die je terugziet, bijvoorbeeld bij Frans van Hoeken. Ook wel bij anderen.
Soms is het ook zo dat een specifiek gebouw navolging krijgt. Zo staat er een raadhuis
bij Rheden langs de IJssel, dat erg lijkt op het door mij gebouwde raadhuis van
Doetinchem. Zoveel, dat men aanvankelijk dacht dat het van mij was. Maar het is van
een bevriende architect, Norbert Gawronsky. In Chicago ontmoette ik eens een
architect die een gebouw ontworpen had dat toevallig veel leek op mijn Alkmaarse
postkantoor! Blijkbaar is er toch sprake van een tijdgeest, waar mensen op dezelfde
manier op reageren.
Door vakgenoten wordt mijn werk wel gewaardeerd, zelfs meer dan ik verwachtte.
Ze herkennen toch de basiskwaliteit van mijn gebouwen, het element vakmanschap.
12. De vele ramen van
verschillende grootte zorgen
bij de Provinciale Bibliotheek
in Leeuwarden voor een
levendige lichtinval. De
nieuwe ingang, 1999
13. Het in 1973 gereed
gekomen crematorium in
Schagen. Binnen en buiten
vloeien er in elkaar over
11