echtgenote Adriana Jacoba de Lange, meestal Jane
genoemd. Als dochter van voormalig burgemeester
Pieter Abraham de Lange genoot zij een vooraanstaande
positie in het Alkmaarse notabele milieu.12 Sybout en
Jane hadden vermoedelijk een te dure levensstijl om deze
positie te handhaven. Als enigen van de naaste familie
bezaten zij bijvoorbeeld een koets. Jane gaf te
gemakkelijk geld uit en zij zou dan ook de oorzaak van
het dreigende faillissement van de ziederijen in 1893
geweest zijn.13 Cornelia schrijft in een van haar brieven
hoe zij in de winter van 1885 na een bezoek aan haar oom
Jan in Amsterdam door Sybout met dit rijtuig van het
station in Alkmaar werd opgehaald om bij hen te gaan
souperen.14 Pieter haalde Cornelia daarentegen altijd op
met een vigilante, een gesloten huurkoets, waarmee zij
tevens de vele visites aflegden.
Cornelia bracht in haar begintijd in Alkmaar veel tijd
door met Jane, die haar leerde om Pieters lievelings
gerechten te maken, zoals 'smeerbollen'.15 Een groot deel
van haar dagen was verder gevuld met het afleggen van
visites. Het was belangrijk om de juiste vriend
schapsbanden aan te knopen om zich een gerespecteerde
plaats in 'de wereld' te verschaffen. Ileen Montijn spreekt
Pieter de Lange (1860-1936) in dit verband van 'sociaal verkeer als een vereiste voor het leven op stand'.16 Uit haar
beschrijvingen van visites blijkt overigens dat Cornelia alleen bij naaste verwanten van
haar man op bezoek ging. Visites waren vaak korte bezoekjes van maximaal twintig
minuten en het middel bij uitstek om geïntroduceerd te worden, eventuele
vriendschapsbanden te bevestigen en zo nodig te verstevigen. Men stuurde voorafgaand
aan de visite een kaartje, dat persoonlijk of door een bediende werd afgegeven aan de
deur. Wanneer het kaartje met een soortgelijk kaartje werd beantwoord hield dit een
afwijzing van een eventuele 'vriendschap' in. Een kaartje beantwoorden met een
uitnodiging voor een visite betekende een verdere versteviging van de 'vriendschaps
banden'. In de nagelaten correspondentie van Cornelia en Pieter de Lange zijn
verscheidene visitekaartjes teruggevonden, maar over de gebruiken eromheen schrijft
Cornelia verder niet, vermoedelijk omdat het zo vanzelfsprekend was.
Een visite brengen was een bewijs van respect en een 'gebaar van laag naar hoog'.17
Hierin volgde men het Franse voorbeeld door als nieuwkomer een bezoek te brengen aan
de ingezetene. In Engeland was het juist andersom en werd een bezoek aan de
nieuwkomer gebracht.18 Beide vormen van visite noemde men 'welkomstvisites'. Tijdens
haar 'engagement' legde Cornelia vaak meerdere visites per dag af Zo schreef zij in deze