altijd de rijkste was. Giesbert had bij zijn overlijden namelijk een vermogen dat een derde
groter was dan dat van zijn oudere broer Carel. Bij de verdeling van Gijsberts erfenis was
nog duidelijk sprake van een verervingsstrategie. Bij de volgende generaties kan hiet niet
meer van gesproken worden. Verder ontstond in de derde generatie op financieel gebied
waarschijnlijk een splitsing in de familie. De nakomelingen van Carel hadden te weinig
financieel vermogen om huize De Dieu in de familie te houden. Het pand werd
vervolgens door Frederica gekocht. Haar rijkdom valt te verklaren uit het feit dat zij en
haar echtgenoot beiden enig kind waren en dus het gehele vermogen van hun ouders
erfden. Dit permitteerde hen overigens niet er een buitenhuis op na te houden.
Wat betreft de cultuur en levenswijze van de familie lagen de zaken aanzienlijk
gecompliceerder. Gijsbert wist door zijn politieke carrière een huwelijk te sluiten met
een vrouw uit een invloedrijk patriciaatsgeslacht, waardoor zijn maatschappelijke
positie verder versterkt werd. Ondanks het feit dat hij in 1822 geadeld was, trouwden
geen van zijn kinderen met adel. Twee kinderen bleven ongehuwd en de overige vijf
vonden allemaal een partner in patriciaatsfamilies. In de derde generatie huwde van
Carels vier volwassen kinderen slechts één dochter. Daarnaast zorgden huwelijken voor
grote spanningen in de familie, zoals de breuk tussen Gijsbert en zijn dochter Maria
naar aanleiding van haar huwelijk met Reep de Joncheere. Op het gebied van het
huwelijk is het familievermogen dus aanzienlijk verminderd.
Toch bleefhet familiebesef ondanks deze spanningen gedurende de gehele eeuw redelijk
sterk, wat onder andere te zien is aan de verzoeken van alle generaties om de
geslachtsnamen van hun moeder bij de hunne te mogen voegen. Eind negentiende eeuw
werd dit familiebesef aan de kant van Carels kinderen waarschijnlijk zwakker, wat blijkt
uit de verkoop van huize De Dieu, maar zoals eerder genoemd kan de verkoop ook puur
uit financiële nood voortgekomen zijn. Daarnaast kwam niemand van de familie uit
Utrecht op Frederica's huwelijk. Bij Frederica werd het familiebesefjuist sterker. Zo deed
haar echtgenoot uitgebreid genealogisch onderzoek naar de familie Fontein Verschuir en
bracht, zoals eerder genoemd, huize De Dieu weer in de familie. In dit pand zouden
vijfendertig familieportretten komen te hangen. Het versterkte familiebesef bleef echter
formeel, zo organiseerde Frederica bijvoorbeeld nooit familiereünies. Verrassend is dat
Bartout er een conservatieve levensstijl op na hield, maar voor de verlichte liberale
kiesvereniging 'Eensgezind'78 in de gemeenteraad zat. De plaats van een persoon in het
politieke spectrum kwam dus niet altijd overeen met zijn levenswijze.
Als men kijkt naar het standsbesef, is eveneens sprake van iets opmerkelijks. Carel liet
bij zijn overlijden geen buitenplaats na en of hij er ooit een bezeten heeft is onduidelijk.
Zijn broer Giesbert sloopte in de jaren vijftig het buiten Ter Coulster wegens
bouwvalligheid. Hij liet echter geen nieuw huis bouwen, en al evenmin kocht hij een
ander buitenhuis. Het landgoed Ter Coulster werd nu agrarisch geëxploiteerd. Giesbert
had dan wel het vermogen om een buitenplaats te kopen, maar waarschijnlijk niet om
erop te wonen. Hiervoor had men nog meer geld nodig, onder andere voor het grotere Huize De Dieu in 1938