om een buitenhuis te kopen, maar dit deed ze niet. Waarom blijft onduidelijk. Wel
woonden ze sinds 1885 in de voornaamste straat van Alkmaar, de Langestraat.
Schmidt kwam tot de conclusie dat het familiebesef bij de familie Teding van Berkhout
aan het einde van de negentiende eeuw afnam. Bij de familie Fontein Verschuir was dit
zeker niet het geval, et kan zelfs gesproken worden van een opleving. Rond 1896
verhuisden Frederica en Bartout naar huize De Dieu. De erfgenamen van haar oom
Daniël Carel hadden het huis verkocht aan iemand buiten de familie, maar Bartout wist
het weer in de familie te brengen. In het huis was een bibliotheek aanwezig en er stond
veel porcelein en zilver. De 35 familieportretten, die in onverdeeld eigendom van de
erfgenamen van Gijsbert waren, kwamen hier opnieuw te hangen. En Frederica schreef
in haar dagboek dat tijdens een vakantie een familieportret van het hele gezin gemaakt
was. Ook zij wilde dus opgenomen worden in de genealogische serie.47
In haar dagboek hield Frederica elke dag bij wie met de koets waarheen ging, of de
koetsier een fooi had gekregen en hoeveel dit was. In 1905 kochten ze een auto voor 600,
dit was een van de eerste auto's in Nederland. In 1912 maakte het gezin echter nog volop
gebruik van de koets. Vaak namen ze op hun plezierritjes nog kennissen mee of
speelkameraadjes van de kinderen. Frederica schreef 'We reden een varken dood.
Afschuwelijk. Wij voor ons plezier rijden en zij werken'. Dit toont eveneens aan dat zij
zich goed bewust was van haar geprivilegieerde positie. 'Wij hebben toch maar een
leventje uit duizenden' merkte ze elders op.48
Het familiebesef blijkt verder uit het feit dat Bartout eveneens het verzoek deed om de
geslachtsnaam van zijn overgrootmoeder, De Lille, achter de zijne te voegen. Ook werd
hij in 1895 lid van het genealogisch-heraldisch genootschap 'De Nederlandsche Leeuw'.
Vanaf 1870 was er in Nederland veel genealogische bedrijvigheid in families die van
oudsher aanzien bezaten of voornaamheid ambieerden, als onderdeel van een
'beschavingsdefensief'.49 Uit interesse voor de familiegeschiedenis van zijn vrouw
traceerde Bartout haar stamboom en legde zo de basis voor het familiearchief Fontein
Verschuir in het Regionaal Archief te Alkmaar. Overigens bevonden de familiepapieren
zich al vanaf 1885 bij Bartout en Frederica in huis. Voorheen waren ze bij hun neef
Gijsbert, maar deze liet alles versloffen. Ook andere families uit de elite trokken Bartouts
aandacht. Zo kocht hij een pakket charters van het familiearchief Van Foreest op.
Zoals al eerder opgemerkt waren mannen van stand in de negentiende eeuw vaak lid van
een sociëteit en andere maatschappelijke instellingen. Hoe het dagelijks leven et voor
vrouwen aan het einde van de eeuw uitzag, kan worden afgeleid uit de dagboeken van
Frederica. Bijna iedere dag schreef zij in haar dagboek. Zij beschreef kort hoe de
weersomstandigheden waren, en wat ze gedaan had. Af en toe is een bladzijde uit het
boek geknipt, waardoor een aantal dagen ontbreekt. Frederica of iemand anders paste
dus censuur toe. Ze vertrouwde, op een enkele uitzondering na, nooit haar diepere
gedachten aan haat dagboek toe. Het bleef meestal bij een korte beschrijving van een
handeling. Gesprekken werden bijna nooit beschreven. Waarschijnlijk had ze hier geen