al een belangrijke carrièresprong gemaakt door zijn benoeming tot rechter in de Alkmaarse arrondissementsrechtbank, waarmee hij overigens in 1861 moest stoppen wegens gezondheidsklachten.23 Wat de tweede generatie betreft is er dus al sprake van terugtrekking uit bestuurlijke functies, maar de continuïteit werd geheel verbroken in de derde generatie. De enige zoon van Carel, naar zijn grootvader Gijsbert genoemd, was ambtenaar van de burgerlijke stand en bekleedde verder geen bestuursfuncties. Van Carels dochters was er maar één getrouwd. Haar echtgenoot was ingenieur bij de spoorwegen. Alleen Giesberts enigst kind, Cornelia Frederica, door de familie Frederica genoemd, was nog getrouwd met een griffier die van 1906-1913 in de Alkmaarse gemeenteraad zat. De zitting van de familie Fontein Verschuir in de raad was echter beëindigd.24 Opvallend is dat geen van Gijsberts kinderen er in slaagde een adellijke huwelijks partner te vinden. Twee van de zeven kinderen bleven zelfs ongetrouwd. Dit is een indicatie dat de adel het geslacht Fontein Verschuir niet in haar kringen wilde opnemen, ondanks het feit dat familie al enige tijd de tot de nationale politieke elite behoorde. Maar dat het huwelijk ook tot een breuk in de familie kon leiden blijkt uit het volgende. Gijsberts derde dochter Maria Cornelia wilde een aantal jaren na de dood van haar echtgenoot, Frederik Sigismund Coenraad van Nes, hertrouwen met Reep de Joncheere, zoon van een Utrechts raadslid en schepen.25 Ze had het huwelijk echter zelfstandig, buiten haar vader om geregeld, wat onacceptabel werd geacht. Gijsbert voelde zich in zijn vaderlijk gezag aangetast en weigerde met haar te communiceren. Hij maakte haar brieven niet meer open en zij moest maar aan haar moeder of zusters schrijven. De familie uit Alkmaar was daarom ook niet aanwezig toen Maria in 1832 trouwde.26 Gijsberts oudste zoon Carel hertrouwde na de dood van zijn eerste vrouw en kreeg vijf kinderen. Een meisje stierfjong en van de vier overige kinderen trouwde er slechts één: Maria Eva huwde in 1887 ingenieur Jean Jacques Brutel de la Rivière, districtinspecteur van de spoorwegen.27 De twee andere dochters bleven ongehuwd en leefden veel in het buitenland en ook Carels enige zoon, Gijsbert, is nooit getrouwd.28 Carels broer Giesbert had lange tijd geen zin om onder het 'juk van het huwelijk' te gaan. Pas op vier- enveertigjarige leeftijd trouwde hij met de eenenveertigjarige Margaretha Dorothea Frangois, dochter van zijn collega rechter Corneille Joseph Franjois. Opmerkelijk is dat uit een brief van Giesberts zus Marie blijkt dat drie van zijn zussen zijn echtgenote op 29 augustus 1859, dus na zijn huwelijk, nog niet gezien hadden. Marie was hier zeer kwaad over, zo schreef zij aan Giesbert: 'dat gij uwe reisje naar Amsterdam niet één uur eerder verder voltrokken heeft om haar aan uwe drie zusters te presenteren is iets daar U eigenlijk de oorlog voor moest aandoen'.29 Na Gijsberts dood erfde Carel, als oudste zoon, de ambachtsheerlijkheid van Heiloo en Oesdom. Verder erfde hij de prestigieuze Alkmaarse familiewoning huize De Dieu, twee paarden en twee rijtuigen. Ook kreeg hij de hofstede Ter Coulster in vruchtgebruik van zijn moeder. De jongste zoon, Giesbert, erfde slechts een boerenwoning met

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2001 | | pagina 71