Voor Johannes Henricus van Foreest van der Palm (1825-1895), die de naam van zijn
grootvader aan zijn achternaam had toegevoegd, maakte hij een lovend verjaardagsrijm:
'En was het u geen eens genoeg
Den eerbiedwaarden naam te dragen
Die, in zijn korte levensdagen
een eerbiedwaarde vader droeg?
Een naam die twintig voorgeslachten
In schaam van 't zilvren wapenbord
met purpren bloedstroom overstort
In aanzien en verheffing brachten.
Een naam met ridderglans omstraald
Fier op de kroone veler deugden
voor hij op u was afgedaald'.105
De achterliggende strekking van het gedicht was dat de gaven der letteren adeldom
verschaffen, waardoor Johannes Henricus' grootvader Van der Palm en natuurlijk ook
Nicolaas Beets zichzelf tot de adel konden rekenen. Nog in de jaren 1880 was de
statusbeluste predikant-hoogleraar bezig met het vervaardigen van stambomen en het
verzamelen van genealogische informatie en wetenswaardigheden over het verleden
van de familie Van Foreest.106
Bijgebouwen van de
Nijenburg, ca. 1870