nuchterheid en een gebrek aan ambitie toe. Dit zouden familietrekken zijn 'welke Foreest tot op heden zijn bijgebleven'.100 Een zelfde idee over de familie-identiteit kwam naar voren in gesprekken die ik voerde met leden van de familie; tegenover de adellijke status namen zij een nonchalante houding in. Die onverschilligheid is in zekere zin ook van toepassing op de wijze waarop de negentiende-eeuwse Foreesten omgingen met hun adellijke status. Voor de aankoop van heerlijkheden - die de adellijke status van de bezitter extra glans konden verlenen - toonde de familie Van Foreest weinig belangstelling. Zo liet de familie de mogelijkheid onbenut om de heerlijkheid van Heiloo en Oesdom te verwerven. Aangezien de Foreesten een grote hoeveelheid grond binnen de gemeente Heiloo bezaten en de heerlijkheid relatief goedkoop was, is het opmerkelijk dat zij voor deze titel geen belangstelling opbrachten.101 In 1824 werd de heerlijkheid in veiling gebracht, gekocht door de secretaris van Heiloo, Jan Smit en hetzelfde jaar doorverkocht aan de Alkmaarse burgemeester Gijsbert Fontein Verschuir, eigenaar van het landgoed Ter Coulster. Deze jonkheer, die twee jaar eerder in de adelstand was verheven, liet een nieuw woonhuis bouwen aan de stal van het voormalige kasteel Ter Coulster, eens de vesting van de heren van Heiloo en Oesdom.102 Kon zijn schoonfamilie weinig interesse opbrengen voor de adellijke status, uit aantekeningen van Nicolaas Beets komt voortdurend de uitstraling van familietraditie en het prestige van de adellijke status naar voren. Deze hielden de predikant zijn leven lang in de ban. In 1836 bezocht Beets voor het eerst de Nijenburg, waar hij naar eigen zeggen door 'de Burgvrouw [mijn cursivering - MP] allervriendelijkst ontvangen' werd. Hij verbaasde zich over de nonchalance waarmee zijn schoonfamilie omging met hun adellijke status. Aan Potgieter schreef hij: 'Zo gaat het met het oude. Heb ik niet op Nijenburg drie zeer goede pourtraiten van drie deftige Foreesten uit de i2e eeuw uit een allerakeligst hol moeten halen om ze in de schilderijenzaal een plaats te doen vinden bij die van hun geslacht met wie men meer medelijden gehad had alleen omdat zij minder zwarte baarden hadden en er minder knorrig uitzagen; vond ik niet de Forestorum insigna [het wapenbord van de Foreesten] in plaats van boven de deur der zaal op de meidenkamer hangende?'.103 In volgende jaren was Beets druk doende het adellijk bewustzijn van de familie te revitaliseren. In de vele feestgedichten die hij ter ere van verjaardagen of huwelijken van leden van de familie Van Foreest schreef vormden burchtzalen, voorvaderen, het roemrijke verleden en de luister van het eeuwenoude geslacht vaste ingrediënten. Ten behoeve van Cornelis' huwelijk dichtte Beets in Bruid te Heiloo: 'De burchtzaal ziet te midden van haar bloemen die schoone bloem verrukt Door 's jonkers hand geplukt Wiens keus zijn vaadren in hun graven roemen'.104

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2001 | | pagina 57