Cornelis van Foreest
(1817-1875), de hoofdpersoon
in Najaarsbladen, het boek
dat zijn dochter Cornelia
schreef
De Alkmaarse raad veranderde van een gesloten blok regentenfamilies in een
meervormig gezelschap van rijke kooplieden, juristen en grootgrondbezitters. Binnen
de raad bestonden er echter hemelsbrede verschillen in macht en aanzien. In feite werd
de elite gevormd door een aantal personen uit de oude raadsgeslachten, aangevuld met
de meest vermogende leden van nieuwe families. De overige raadsleden vervulden
vrijwel geen belangrijke ambten. Hun collega's uit de bestuurlijke inner cirde -
waaronder enkele leden van de familie Van Foreest - hadden daarentegen doorgaans een
indrukwekkende hoeveelheid eervolle en lucratieve ambten op hun naam staan.1'
Hoe groot de verschillen in macht en aanzien binnen de stedelijke raad konden zijn,
blijkt uit de maatschappelijke functies van zijn leden. De hoofdpersoon uit
Najaarsbladen, Cornelia's vader Cornelis van Foreest (1817-1875), was raadslid en lange
tijd afgevaardigde voor de Tweede Kamer namens het district Alkmaar. Hij trad op als
advocaat en plaatsvervangend rechter bij de arrondissementsrechtbank. Binnen het
bestuur van een aantal polders vervulde hij posten als dijkgraaf, penningmeester,
heemraad en hoofdingeland, binnen de hervormde kerk was hij lid van het college van
notabelen. Tevens was Cornelis schoolopziener, administrateur van het fonds van
Christiaan Besemaker en regent van het provenhuis Paling en Van Foreest. Naast
deze eervolle betrekkingen hield hij kennelijk nog tijd over voor bestuursfuncties
binnen maatschappelijke organisaties als de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw, de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en de
Hulpvereniging voor de evangelieverkondiging
onder de Chinezen. Invloedrijke raadsleden als
D.W. van Leeuwen en G. van Leeuwen waren
zijn verwanten.20 De enige functie van belang
waarop Van Foreests collega J. Bakker Kz. zich op
mocht beroemen was het lidmaatschap van de
commissie tot regeling van de plaatselijke
belastingen. De meeste andere raadsleden uit
nieuwe families hadden zelfs geen enkele
invloedrijke of eervolle betrekking.21
Er bestonden dus twee verschillende groepen
binnen de raad: naast een aantal personen uit
nieuwe families als Bakker, die binnen Alkmaar
geen gewichtige functies vervulden, was er een
kleine groep heren uit oude geslachten,
aangevuld met enkele nieuwkomers, die zeer
veel macht en aanzien genoten. De leden van
deze groep, waartoe geslachten als Fontein
Vetschuir, Foreest, Van Leeuwen en De Lange
40