het vermogen van de familie uitzonderlijk, de samenstelling vertoonde alle kenmerken
van de standaard regentenportefeuille.16
Als gevolg van erfdelingen kwam het familiefortuin voor een steeds groter deel uit land
te bestaan. Dit kwam doordat de oudste zonen steeds het landgoed Nijenburg van hun
vaders overnamen, terwijl jongere zonen en dochters voornamelijk obligaties
ontvingen. Bestond het vermogen van Cornelis van Foreest (1704-1761) in 1747 voor 75
procent uit aandelen en obligaties en voor 17 procent uit land, zijn kleinzonen Cornelis
(1756-1825) en Zacheus van Foreest (1757-1824) lieten elk een bezit na dat voor meer dan
75 procent bestond uit land, heerlijkheden en rechten op een deel van agrarische
opbrengsten - de zogeheten tienden.17 Landbezit maakte respectievelij k 56 en 70 procent
uit van hun vermogen terwijl geen van beiden over een noemenswaardig bedrag aan
obligaties beschikte.18 In de negentiende eeuw was het vermogen van de familie qua
samenstelling dus meer typerend voor de landadel dan voor het stedelijk patriciaat.
De Alkmaarse elite en de stedelijke raad
De financiële positie van de familie Van Foreest veranderde sterk tijdens de laatste jaren
van de achttiende en de eerste decennia van de negentiende eeuw. Was er ook een omslag
in de politieke positie van de familie, in de sociale contacten en de levensstijl van haar
leden? Deze vragen zullen worden beantwoord door gebruik te maken van de
nalatenschappen en persoonlijke correspondentie van de Foreesten alsmede gegevens
met betrekking tot hun sociale omgeving.
Bij de Foreesten zien we een opmerkelijk verschil tussen een grote politieke macht in de
achttiende eeuw en een relatief bescheiden rol in het in 1813 geformeerde Koninkrijk
der Nederlanden. Hoewel de rijkste en voornaamste leden van de familie als vertegen
woordigers van het district in de Tweede Kamer zaten, was hun politieke invloed gering.
De familie leverde geen hoge ambtenaren als burgemeesters van belangrijke steden,
gouverneurs of ministers af.
De verminderde politieke slagkracht van de familie Van Foreest krijgt duidelijker
contouren tegen een achtergrond van nationale en lokale politieke ontwikkelingen.
Voor de samenstelling van de (politieke) elite van steden als Alkmaar bleven de
politieke gebeurtenissen tussen 1795 en 1813 niet zonder gevolgen. De vroedschap werd
vervangen door een stedelijke raad, die in vergelijking tot zijn voorganger aan macht
had ingeboet ten gunste van de koning en zijn ambtenarenapparaat. Daarnaast werd de
stedelijke elite aangevuld met een aantal nieuwe families, onder wie vele protestantse
dissenters en katholieken - die voorheen uitgesloten waren geweest van (de
belangrijkste) openbare ambten. Hierdoor wisten leden van de geslachten Van Leeuwen
en De Lange en de rijke katholieke De Sonnavilles in de eerste helft van de negentiende
eeuw een sterke positie op te bouwen. Ook werd het uitoefenen van politieke functies
gebonden aan hoge vermogenscriteria, waardoor rijkdom terrein won op familie
connecties als doorslaggevende factor voor deelname aan het openbaar bestuur.