Cornelia Laman Trip-van Foreest(1950-1931) schreefin de jaren 1920 de sterk persoonlijk gekleurde sleutelroman Najaarsbladen over het leven op Nijenburg in de negentiende eeuw Najaarsbladen (1927) verheerlijkt de rustieke sfeer van de bossen en de juni-avonden op Nijenburg, als de zon over de zichtas achter Egmonds duinen verdwijnt in een 'stroom van goud en gloed terwijl het bos daarom heen in neevlig schemer wordt gehuld' en 'de enkele wandelaar, die door het zandpad gaat door zijn voetstappen een wolk van gouden stof in beweging' brengt.3 Najaarsbladen, een dramatische sleutelroman van jonkvrouw Cornelia Mathilde Laman Trip-van Foreest (1850-1931), is de meest persoonlijke en kleurrijke beschrijving van het leven op Nijenburg en de verwikkelingen binnen de familie Van Foreest. Met behulp van brieven en eigen herinneringen beschrijft Cornelia de wereld van haar vader jonkheer Cornelis van Foreest (1817-1875), grootgrondbezitter en lid van de Tweede Kamer. In Najaarsbladen heet hij 'Herman van Deelen' en zijn landgoed Nijenburg gaat schuil achter de naam 'Oosterwijk'. Ook andere familieleden, die door de schrijfster op zeer persoonlijke wijze belicht worden, krijgen schuilnamen. Cornelia's flegmatieke moeder Johanna Elisabeth Loopuyt heet 'Elisabeth Hoogerzeil' en Hermans zwager, de schrijver Nicolaas Beets, wordt - nauwelijks verholen - aangeduid met zijn literair pseudoniem 'Hildebrand'. Najaarsbladen - de titel verwijst naar een werk van Beets - is een bij vlagen melo dramatisch verhaal waarin met weemoed over het verleden gesproken wordt. De zorg om het behoud van het familie bezit 'Oosterwijk' en de relationele verwikkelingen binnen de familie 'Van Deelen' (Van Foreest) voeren de boventoon. Toen zij Najaarsbladen schreef, was Cornelia het oudste lid van de familie Van Foreest. Haar broer jonkheer Pieter van Foreest (1854-1922), eigenaar van het landgoed Nijenburg, was enige jaren eerder overleden en zijn kinderen verkeer den in financiële moeilijkheden. De nood zaak om delen van het landgoed af te stoten werd drukkend en in hetzelfde jaar dat Cornelia's roman uitkwam, moesten Pieters erfgenamen 70 hectare van het landgoed verkopen aan de Vereniging tot behoud van natuurmonumenten.4 In het slot van haar roman vraagt Cornelia zich mistroostig af 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2001 | | pagina 36