Woonkamer van het echtpaar Antonius Matthias de Lange en Johanna Maria Wagenmaker in de Langestraat, ca. 1920. Deze foto geeft een goed beeld van de laat-19de- eeuwse inrichting van de salon of ontvangstkamer van een patriciërshuis in neobarokke stijl met grote vergulde spiegel, familieportretten, fauteuils, canapé en salontafel op typisch ïgde-eeuwse wijze gerangschikt rond de al van een kachel voorziene haard 28 zusters te voegen naar de 'chef der familie', wiens persoonlijke voorkeuren omtrent een huwelijk of carrière overigens zelf nog het meest was gedicteerd door het familiebelang - ik verwijs slechts naar de lotgevallen van Cornelis van Foreest en Jacob van Reenen. Toch strekte deze familiedwang zich in het negentiende-eeuwse Alkmaar niet uit tot de familie als geheel, maar slechts tot de eigen tak, in het bijzonder de hoofdtak van het geslacht. Alleen bij uitzondering, wanneer de naam van de familie door een faillissement of het wangedrag van een verre verwant in opspraak raakte, werd eventueel door familieberaad getracht deze van smetten te zuiveren. Een mechanisme dat overigens evenzeer kon resulteren in onderling hulpbetoon als in ostracisme. In een enkel geval nam de naambesmeurder zelfs de wijk naar het buitenland, om voor het thuisfront te worden doodverklaard, als gevolg waarvan men deze zwarte schapen ook vandaag de dag nog tevergeefs zal zoeken in de rode en blauwe boekjes.57 Eenmaal uit hun stand 'gevallen' bestonden er zelfs voor edellieden weinig middelen meer om weer omhoog te klimmen. Toch zou men zelfs de schande der verzwegen familieleden en het lot der verarmde takken, kunnen zien als een noodzakelijk kwaad om de eigen kring voor erger te behoeden. Terecht is er dan ook op gewezen dat de Nederlandse bovenlaag die in de literatuur gewoonlijk als burgerlijk wordt

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2001 | | pagina 30