Dienstbodes in de keuken
van het echtpaar Antonius
Matthias de Lange en
Johanna Maria Wagenmaker
in de Langestraat, ca. 1920
huiselijkheidsideaal.51 Een ideaal overigens dat stoelde op het privilege der nietsdoende
klasse te beschikken over huispersoneel. Ook al zijn de bronnen nogal schaars op dit
punt, aangezien de kost en inwoning van meiden, knechten en gouvernantes
vermoedelijk net zo gewoon was als het tegenwoordige bezit van auto's en
keukenapparatuur; het is goed ons te realiseren dat de notabele levenswijze bestond uit
een wereld van afhankelijkheden. Tot in de slaapvertrekken wisten Meneer en Mevrouw
zich omringd met bedienden die hun plaats wisten en hun meerderen - ook de door hen
opgevoede kinderen - vousvoyeerden, al waren zij natuurlijk je en jij, en konden ze ook
in Alkmaar maar zelden goed doen.52
Interessant is echter dat zich tegen het einde der eeuw een kentering aftekende, toen
notabele dames zich onder invloed van 'de eerste feministische golf gingen beraden
over hun maatschappelijk nut. Waar lang een gesalarieerde functie voor een telg uit de
notabelenstand volstrekt onoirbaar was, groeide - in het licht der verminderde
erfenissen en jaargelden - het besef dat in elk geval de overschietende jongere zoons en
dochters toch zelf aan de kost moesten komen. En zo verschenen in een periode waarin
de schaarser wordende meiden juffrouw' werden en het 'derde meisje' er steeds meer bij
inschoot, plotseling dochters van goede komaf met huishoudonderwijs en
2 6