De voorkamer van het huis was volgens de toen heersende opvattingen natuurlijk ook niet de bedoeling, aangezien
in de Langestraat, ca. 1934. de dameskleding nu juist deftigheid uitdrukte. Maar aan het einde van de negentiende
eeuw kwamen nieuwe denkbeelden omtrent gezondheid en kleding op. Met name het
korset werd door aanhangers van de reformbeweging gezien als zeer onpraktisch en
slecht voor de gezondheid. Daarnaast vond men de lange slepen, die gemakkelijk
straatvuil opnamen, onhygiënisch. Ook werd een beroep gedaan op de deftige vrouwen
om de kleding niet meer te verfraaien met bont en veren.111 In 1899 werd in navolging
van de reformbeweging de Vereniging voor Verbetering van Vrouwenkleding (VvVvV)
opgericht. Aan het hoofd van deze landelijk opererende vereniging stond Maria Jeanette
Bouman-de Lange. Zij was afkomstig uit de rijkere tak van de familie De Lange.112 De
vereniging had in eerste instantie tot doel om kleding te ontwerpen van rekbaar,
ademend ondergoed, die door een 'Wilhelmina-lijfje' in plaats van een korset werden
ondersteund.113 Het gewicht werd nu op de schouders gelegd en rustte niet meer op de
taille. Bij dit alles stonden elegante eenvoud en vrijere omgangsvormen voorop.114
Toen Cornelia van dit maatschappelijk initiatief hoorde, schreef zij in 1900 aan mevrouw
Bouman dat zij een groot voorstander was van de beweging. Reeds in haar jeugd ging
Cornelia op aanraden van haar huisarts, dr. Lubry van Troost de Bruin, al gekleed naar
het grondbeginsel van de vereniging. Deze arts leerde haar hoe de gezondheid behouden