Het huis van Cornelia en
Pieter in de Langestraat
(nr. 48), ca. 1934
huis werd door een neef omschreven als 'statig'.
Binnen werd het in tweeën verdeeld door een
brede marmeren gang. Links was een klein
kamertje en rechts 'de grote kamer', die 'een
diepe indruk' bij de neef achterliet. Deze kamer
had twee grote ramen aan de straatkant en geen
vensterbanken maar zitbanken in de vorm van
een soort nis. Voor het ene raam stond een zitje
met een theetafel en boven de schoorsteen
mantel hing een spiegel met gouden randen.107
Het huis had verder een grote tuin en een
tuinhuis. Pietet en Cornelia woonden nu echt
'op stand'. In deze periode begint Cornelia ook
met het toevertrouwen van haar persoonlijke
interesses aan haar dag- en notitieboekjes. Tot
1923 schreef zij bijna dagelijks in deze boekjes
over maatschappelijke en levensbeschouwelijke
De 'brede marmeren gang'
van het huis in de
Langestraat, ca. 1934
102