1 n, waar een lijbehorend iaar. Na die ij neer. Het prehistorie n allemaal l van deze e bij elkaar, )ewonings- i we niet of k realiseren 1, omdat de en stuk van n gewoond oning gaat bewoonbare teraard ook de buren te in ook een 'e dat men hijnen. De ran de 11de latere bron g van twee Als wij de ri»n t Alkmaar op de kaart van Jacob van Deventer, ca. 1561. Uit: Alkmaar, .gevels van de binnenstad (Alkmaar, 1980). verspreiding van dit materiaal op de kaart uitzetten blijkt het een veel groter gebied te betreffen dan waar tot dusver van werd uitgegaan. Cordfunke dacht dat een smalle strook ten oosten van de Grote Kerk de oude kern was. De historisch-geograaf J.K. de Cock verbond hieraan de term 'brink'. Ik zou die term niet willen gebruiken. Het is gebleken uit onderzoek in Drenthe, dat de ontstaansgeschiedenis van de brinken heel ingewikkeld is en bovendien pas later plaatsvond. Hoe zag de Alkmaarse nederzetting er dan uit? We weten dat de Grote Kerk op een stukje van een oude strandwal staat; ga je naar het oosten dan kom je in het moerassige klei-veengebied. Een aantal kilometers verderop heb je Oudorp, dan ga je het moeras uit en de volgende zandrug op. Die zandruggen zijn een paar honderd meter breed en kennen in de 11de eeuw een redelijk vast patroon van bewoning. De Cock heeft dit in de jaren zestig aangetoond. Dat zat namelijk zo: op de zandruggen lagen de akkers en in de laaggelegen gebieden werd veeteelt bedreven, want daar was grasland. Aan beide zijden van de zandruggen bevonden zich randwegen; in Alkmaar is de oostelijke randweg de Kennemerstraatweg en de westelijke de Westerweg. Wij zitten in Alkmaar op het noordelijkste puntje van een zandrug die helemaal tot aan Limmen doorloopt. Ook beide randwegen lopen door tot aan Limmen. Hetzelfde patroon zie je in Sint Pancras: de Bovenweg en de Benedenweg. De boerderijen plaatste men langs de buitenrand van de zandrug aan die wegen. Ze stonden op die manier op de grens van akkerland en weiland. Dit patroon zie je terug in de oudste nederzetting van Alkmaar. Die is aangelegd op de oostrand van de zandrug. Nog op de léde-eeuwse kaart van Jacob van Deventer zie je het neder zettingspatroon terug. Het lode-eeuwse Alkmaar blijkt veel groter te zijn geweest als in de tijd van Cordfunke gedacht werd. In 1998 hebben we in een opgraving op de Laat namelijk ïode-eeuws materiaal gevonden. Ook bleek door nieuwe inzichten in sommige

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2001 | | pagina 7