Stadsarcheologie is eigenlijk nog een jonge discipline. In Amsterdam begonnen ze ermee
in 1972, in Utrecht ook rond die tijd, maat in Nijmegen bijvoorbeeld pas in 1985. De
opkomst ervan hield verband met de grote stadsvernieuwingsgolf die in Nederland
enorme gaten heeft geslagen in de stadskernen. In 1982 luidde de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) met de publicatie van het rapport Het
bodemarchief bedreigd de alarmbel. Toen ontstond het besef dat veel gegevens verloren
dreigden te gaan. In de jaren zeventig werd nog gedacht dat vanwege de aanwezigheid
van schriftelijke bronnen de archeologie zich zou kunnen beperken tot de
Middeleeuwen en de periode daarvoor. Pas later kwam het besef dat we de archeologie
ook nodig hebben voor bijvoorbeeld de kennis van het dagelijkse leven in de 17de en de
18de eeuw. In Alkmaar richtte Cordfunke zich heel sterk op de oudere gegevens. Die
gerichtheid is overigens deels ook te verklaren uit kostenoverwegingen. Het blootleggen
van de nieuwere geschiedenis kost meer moeite, je moet dan bijhouden wat de
aannemer doet en sturen wat er precies gebeurt. De bodem van een bouwput legt men
vaak op het vaste zand, dus de oudste gegevens kwamen sowieso al bloot te liggen.
Wat isjouw taak als stadsarcheoloog van Alkmaar?
Mijn taak is in het algemeen de zorg voor het Alkmaarse bodemarchief, en in het
bijzonder het verrichten van archeologisch onderzoek op terreinen waar het
bodemarchief vernietigd dreigt te worden. Bij mijn taak hoort ook het documenteren
van het bodemarchief en het geven van voorlichting. Wat dat laatste betreft: in Alkmaar
is het de gewoonte om van een onderzoek ook meteen verslag naar buiten te doen.
Hoe zijn de voorzieningen voor de archeologie in Alkmaar vergeleken met andere Nederlandse
steden?
Alkmaar loopt aardig in de pas, we waren de 17de gemeente in Nederland met een eigen
archeoloog. In een groot deel van de Randstad hebben de gemeenten met oude
stadskernen nu een eigen archeologische dienst. Ze zijn in de gemeentelijke organisaties
op verschillende plekken ondergebracht, bijvoorbeeld bij het archief, het museum, bij
monumentenzorg of ruimtelijke ordening. In Alkmaar maakt de archeologie deel uit
van de afdeling Monumentenzorg en Archeologie binnen de sector Stadsontwikkeling.
Ik vind dit een goede keuze. Voor mijn werk is de relatie met Stadsontwikkeling
essentieel, vanwege de bemoeienis met bouw- en milieuvergunningen. Door de korte
lijnen die er bestaan met de ambtenaren ben ik tijdig op de hoogte van bouwplannen in
de binnenstad. Binnen onze afdeling zijn er nog vijf andere medewerkers die zich met
archeologie bezighouden. Het betreft veelal mensen die werk verrichten in het kader
van een of andere regeling. Vaak kan er daarbuiten nog beschikt worden over
medewerkers die voor een bepaalde klus worden ingehuurd. Bovendien hebben we de
vrijwilligers. Sinds ik hier ben delegeer ik het veldwerk en zelfs de basisrapportage
zoveel mogelijk. Zelfben ik behalve met coördinatie en beleidsaspecten vooral bezig met
het uitwerken van de gegevens en daarnaast verzorg ik een deel van de publicaties.