Slotbeschouwing: 75 jaar historische
werkgroep, waarin de Stichting werd opgenomen. Toen het depotgebouw van het
voormalig gemeentearchief aan de Oudegracht door de gemeente te huur werd
aangeboden aan de vereniging werd er een Archeologisch Centrum in gehuisvest. Dit
omvatte een werkplaats voor de amateur-archeologen en een tentoonstellingsruimte. Het
grote aantal publicaties dat in de laatste tien jaar op het gebied van de plaatselijke
archeologie verscheen toont aan dat de vereniging een verjonging heeft ondergaan door
deze jonge telg aan de oude stam.
Oud naast nieuw
Bij de oprichting van de vereniging stond de oprichters een tweevoudig doel voor ogen:
1. Welstandsbescherming en 2. Studie van de plaatselijke geschiedenis. Terugkijkend op
de 75 jaar die verstreken zijn, moeten we concluderen dat de vereniging, zeker in de
beginperioden, het eerste punt de meeste aandacht heeft gegeven. Hoewel het accent
gaandeweg meer verlegd werd is de vereniging in haar bestaan voornamelijk een
welstandsvereniging geweest.
In 1970 gaf de journalist Hans Koolwijk een boekje uit, getiteld Alkmaar; 100 jaar
stadsontwikkeling, 1870-1970. Het bevatte een opsomming van raadsbesluiten in die
periode betreffende bouwactiviteiten in onze stad. Wanneer we bedenken dat sinds 1970
in Alkmaar misschien nog wel meer gebouwd is dan de honderd jaar daarvoor, moet uit
een en ander duidelijk zijn dat Alkmaar in de laatste honderd jaar enorm veranderd is.
Van het dromerig stadje dat het in de 19de eeuw was is niet veel meer over. De opening
van de Cadettenschool in 1893 bracht een van haar ingezetenen tot de ontboezeming
'Alkmaar zal zich zelve ten leste niet meer kennen, want zoals het zich laat aanzien,
wordt het grauwe kleed van de doodelijke saaiheid afgelegd en verwisseld met het lichte
kleedje van de pret'.
Veel van het oude Alkmaar is in de loop der jaren verloren gegaan. Te veel naar het
oordeel van menigeen, anderen denken daar anders over. In de jaren dat het uitgroeide
van een binnen haar wallen ingeklemd provinciestadje tot een middelgrote stad die is
uitgewaaierd naar diverse windrichtingen, is er gesloopt, gedempt en vervangen. Het
begon eigenlijk al bij het graven van het Noord-Hollands Kanaal, toen het stadsbestuur
hemel en aarde bewoog om ter wille van het economisch gewin het kanaal door de stad
heen te laten lopen en daarbij de stad danig verminkte. Deze wijze van aanpak is
doorgegaan tot vandaag de dag toe. Gelukkig is zoveel overgebleven van het oude
Alkmaar dat het nog steeds een karakteristieke oud-Hollandse stad mag heten. In het
moderne Alkmaar vinden we oud naast nieuw. Dat kan niet anders, want het is een
levende stad, die bruist van energie.