populairder en toegankelijker begon te worden, werd een reële bedreiging voor de oude
gebouwen en grachten die Alkmaar nog had. Op de keper beschouwd waren er niet
zoveel Alkmaarders die warm liepen voor het historisch schoon van hun stad. Hoeveel
was er in de loop der jaren al niet gesloopt en gedempt. In 1875, toen de toren van het Hof
van Sonoy dreigde te worden gesloopt, pleitte een rijksadviseur voor het behoud. In het
gemeenteverslag van dat jaar lezen we: 'Er was in de gemeente reeds zoveel gesloopt, dat
het weinige dat van vroegere bouwstijlen bewaard was gebleven, wel in stand mocht
worden gehouden'. Geen enkele oude stadspoort was bewaard gebleven, de Laat en de
Heul waren gedempt, de Nieuwesloot en de Baansloot eveneens. Dat er nog zoveel was
overgebleven was veelal te danken aan zuinigheid, die werkte met sluitende
begrotingen en 'riemen' waarmee 'geroeid' moest worden.
In het begin van de 20ste eeuw begon bij een groeiend aantal mensen het gevoel te
komen dat er iets gedaan moest worden, wilde men niet dat veel waardevol cultuurbezit
voorgoed zou verdwijnen. In 1911 werd de vereniging Heemschut opgericht. Regionaal
en plaatselijk kwamen verenigingen, die het behoud en de bescherming van
waardevolle monumenten uit het verleden nastreefden. In 1924 werd het Historisch
Genootschap Oud-West-Friesland gesticht. Doel was het 'in eere houden en het
beoefenen van alles wat op de geschiedenis van West-Friesland betrekking heeft'.
Aangestoken door deze initiatieven begon in Alkmaar bij enkelen het idee post te vatten
ook hier een historische vereniging in het leven te roepen. Qua maatschappelijke positie
waren het vooral mensen van stand en ontwikkeling, die hier warm voor liepen.
In de Aikmaarsche Courant van 12 december 1925 werd een ingezonden stuk opgenomen,
waarin kennis werd gegeven van de oprichting van de vereniging Oud Alkmaar op 10
december. Doelstellingen waren: 1. De historische schoonheid van Alkmaar en
omgeving te beschermen en voor het nageslacht te bewaren; 2. De studie der plaatselijke
geschiedenis aan te moedigen. Men kon lid worden voor/2,- per jaar, donateur voor/5,-
per jaar, terwijl men ook nog de titel van 'fondateur' kon verwerven voor het bedrag van
ƒ100,-.
Zo kreeg ook Alkmaar 75 jaar geleden een vereniging, die opkwam voor het behoud van
de historische schoonheid van de stad. Achteraf gezien mogen we dankbaar zijn voor dit
initiatief In haar bestaan heeft deze vereniging immers menigmaal een belangrijke rol,
soms de hoofdrol, gespeeld in de overwinning van het oude op het nieuwe.
Indeling in perioden
We willen de beschrijving van de geschiedenis van Oud Alkmaar of de Historische
Vereniging Alkmaar, zoals sinds 1996 de naam is, in vijf perioden verdelen, die we
noemen naar de voorzitters: de periode Van Foreest (1925-1940], de periode De Lange
(1940-1945), de periode Ringers (1945-1966), de periode Schilstra (1966-1985) en de periode
IJff, Valk, Van Amsterdam (1985-heden). In die tijdvakken hebben de voorzitters een
belangrijke stempel op het karakter van de vereniging gezet. Ik besef wel dat zo'n