Mevr. Bertha van de Vuurst, die Oud Alkmaar zo rijkelijk bedacht in haar testament Voorzitter G. Valk. Collectie Regionaal Archief Alkmaar bekende. Wel was een goede vriendin van haar, mevrouw Haringhuizen, destijds lid van Oud Alkmaar. Zij overleed en liet een behoorlijk vermogen na aan mevrouw van de Vuurst, die met een goed financieel beleid door belegging in effecten dit vermogen vergrootte. Overigens had mevrouw Haringhuizen in haar testament reeds bepaald, dat bij vooroverlijden van mevrouw van de Vuurst onze vereniging 25% van haar nalatenschap zou ontvangen. Mevrouw van de Vuurst respecteerde de wens van mevrouw Haringhuizen en nam deze bepaling ongewijzigd in haar testament over. In de jaarvergadering 1994 kwam het bestuur met een voorstel de beperking van de zittingstermijn van bestuursleden op te heffen. Dit om voorzitter IJff, wiens derde zittingsperiode was verstreken, aan te kunnen laten blijven. Hij zou binnenkort met pensioen gaan en volop tijd aan de vereniging kunnen geven. Op de vergadering bleek echter dat er bij een aantal leden onvrede leefde over de gang van zaken in de vereniging. Men had het gevoel dat het bestuur onvoldoende stelling nam ten opzichte van een aantal ontwikkelingen in de stad, een dilemma dat zich al eerder had voorgedaan. Het bestuursvoorstel werd verworpen. Derhalve was IJ ff genoodzaakt af te treden en werd de vereniging op dat moment voorzitterloos. Bestuurslid Gerrit Valk verklaarde zich bereid tot de jaarvergadering van 1995 het voorzitterschap waar te nemen, opdat men in de tussentijd een nieuwe voorzitter kon zoeken. Het eerste wat het bestuur na de jaarvergadering 1994 te doen stond was deze onverwachte ontwikkelingen uitgebreid bespreken. Er kwam een gesprek met de vrijwilligers zoals de gidsen van de stadswandelingen en de leden van de welstandsadviescommissie om het onderling vertrouwen weer te herstellen. Voortaan zouden de werkgroepen die de vereniging had, de werkgroep stadswandelingen en de werkgroep welstand in het bestuur vertegenwoordigd worden. Er werd ook een nieuwe werkgroep ingesteld, die zich bezig ging houden met de archeologie. Hiermee werd deze voor de plaatselijke geschiedenis zo belangrijk geworden tak van wetenschap ook tot één van de activiteiten van de vereniging. Reeds was de vereniging al enkele jaren vertegenwoordigd in de Stichting Bodemonderzoek Alkmaar. Op de jaarvergadering van 1995 was er een voordracht voor een nieuwe voorzitter, namelijk mevrouw M.M. van Amsterdam- Coelingh. Zij was iemand met een grote bestuurlijke ervaring. In de eerste plaats door haar werk bij het bibliotheekwezen. Na haar opleiding tot bibliothecaris en een managementopleiding aan de Frederik Muller Academie was zij vanaf 1963 werkzaam bij de Provinciale Bibliotheekcentrale. Daarnaast was zij goed op de hoogte van gemeentelijke en provinciale in en outs doordat ze van 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2000 | | pagina 42