mm
Weldra werd er alarm geslagen. 'Er staat een poot van een tafel op', en: 'ze hebben er
schroefjes in gedraaid!' vertelde iemand mij. Uit informatie4 bleek dat de 'schroefjes'
kleine hechtingen waren, waarmee na de verplaatsing een noodzakelijk geachte
verbeterde verbinding van de koperen plaat met de onderlaag tot stand was gebracht.
Kort na het alarm werd zorgvuldig de zerk met standertjes waarover een koord hing
omgeven, waarmee aan het publiek duidelijk gemaakt werd dat op déze grafsteen niet
gelopen mocht worden. Thans is hij omgeven met een nog steviger hekwerk, waarvan
echter de stalen buizen waaruit het geconstrueerd is wel erg detoneren in deze
omgeving. Maar voorlopig biedt het de wel heel noodzakelijke bescherming, en ook
trekt het publiek aan, want het maakt duidelijk dat daar iets bijzonders te zien is.
Jammer genoeg echter is de tekening op 't ogenblik slecht te onderscheiden, mogelijk
mede doordat de lichtval anders is dan op de oorspronkelijke plaats. Het blijft daardoor,
en ook door de nu krappere ruimte er omheen, onbevredigend dat een zo bijzonder
grafmonument niet beter te bekijken is. Er zijn bovendien méér redenen om er
aandacht voor te vragen.
Koperen grafplaten (geelkoper, latoen, Engels latten, een mengsel van 2/3 koper en 1/3
zink5) zijn in Nederland heel zeldzaam, vele ervan zullen in tijden van oorlog of om
andere redenen zijn omgesmolten. Dat is de eerste reden voor Alkmaar om meer
aandacht aan dit wel heel bijzondere exemplaar te besteden. Het is misschien bijna een
unicum. In Engeland zijn talloze dergelijke in koper gegraveerde 'memorial brasses' in
kerken te vinden, en ze worden er met de grootste zorg bewaard. (Het maken van
'rubbings', afwrijfsels op papier van de gegraveerde voorstelling, is er een ware cultus
geworden). Uit de weinige literatuur die ik tot nu toe erover te pakken kon krijgen6
begrijp ik dat er in Engeland twee typen onderscheiden worden: de koperen plaat, vaak
uitgesneden in de vorm van de gestalte (van de begravene) en van heel uiteenlopende
afmetingen; en de grotere, rechthoekige plaat, met een of twee figuren, die bijna de hele
grafzerk in beslag neemt. De eerstgenoemde werden in Engelse werkplaatsen
vervaardigd, de laatste kwamen uit Vlaanderen; werkplaatsen in Brugge, Doornik, Gent
en Antwerpen worden genoemd. Naar de weinige afbeeldingen te oordelen vertonen
deze Vlaamse exemplaren qua afmeting en indeling veel overeenkomst met de
Alkmaarse grafplaat.
Op ware grootte werd de tekening voor zo'n plaat, het 'carton' gemaakt, mogelijk door
een daartoe door de opdrachtgever uitgekozen kunstenaar. Verdere uitvoering was dan
wellicht in handen van aan de werkplaats verbonden graveurs. Bij de laatste afwerking
werd in de stenen grafzerk de vorm van de platen verdiept uitgehakt; daarin werd een
laagje pek gegoten, waarin de plaat werd vastgezet.
Kort geleden was ik in de gelegenheid om over deze grafplaat van gedachten te wisselen
met prof BruynA Hij was zo vriendelijk mij een artikel van Van Luttervelt uit 19638 te
zenden, waarin deze een vergelijkbare koperen grafplaat uit 1539 of kort daarna, in de
Grote Kerk in Breda beschrijft. Die dekt het graf van de Bredase kanunnik Willem van