overweg. Kennelijk wist deze met de vrije vogel die Voorhout gebleven was niet zo gemakkelijk om te springen als zijn voorganger. Toen pastoor Mens Voorhout verbood de godsdienstoefeningen in de getefotmeetde kerk bij te wonen, was de aardigheid er voor deze al gauw af Voortaan kerkte Voorhout in de St. Franciscusstatie in de Schoutenstraat. Toen hij zich op latere leeftijd niet kon verenigen met de prediking van pater Van Beugen in deze statie, schreef hij hem door het lezen van enkele uitgaven van Teylers Godgeleerd Genootschap tot andere gedachten te zijn gekomen en bezocht hij de rooms-katholieke kerk niet meer. Nog in een testament van 21 februari 1821 kwam een bepaling voor betreffende een 'roomsche uitvaart'.1? Maar in een eigenhandig door hem geschreven toevoeging aan zijn testament d.d. 4 augustus 1823 schreef hij 'niet meer aangemerkt te worden als een lid van de Roomsche Katholijke Kerk maar wel als een lid van de eene, heilige, algemeene Christelijke Kerk'. Bij zijn begrafenis wenste hij nu geen rooms-katholieke plechtigheden meer. Zijn plan was zijn uittreden uit de Rooms-Katholieke kerk door druk wereldkundig maken, maar daar kwam het niet meer van. Hij stierf de 15e september 1823. Op zijn sterfbed was het zijn wens als lid aangetekend te worden van het Nederlands Bijbelgenootschap, waaraan hij op naam van een ander sinds de oprichting had bijgedragen. Besluit De overgang van Frans Voorhout en alles wat erover is geschreven laten ons zien hoe de gezeten burgerij van een provinciestadje als Alkmaar, ongeacht hun godsdienstige achtergrond, beïnvloed werd door ideeën en idealen van de Verlichting van de 18de eeuw. Maar ook dat, hoezeer protestanten en rooms-katholieken aan het eind van de 18de eeuw toleranter jegens elkaar waren geworden dan voorheen het geval was, een overgang van een aanzienlijk burger uit de Gereformeerde naar de Rooms-Katholieke kerk de gemoederen in beweging bracht. Niet zonder reden kwam Frans Voorhout in 1812 niet door de ballotage toen hij zich opnieuw aanmeldde als lid van het 'Nut'. Opmerkelijk is ook de aandacht die deze kwestie kreeg in de media. In de laatste decennia van de 18de eeuw zien we de opkomst van een politieke opiniepers. Uiteraard kwamen in deze politiek onrustige periode politieke kwesties aan de orde. Maar een religieuze kwestie als de overgang van een patriotse voorman naar de Rooms-Katholieke kerk was blijkbaar belangrijk genoeg om een polemiek in de pers uit te lokken. Noten 1. Bedoeld worden verlichtingstheologen als Reimarus en G.E. Lessing (1729-1781], die een radicale historische kritiek uitoefenden op het traditionele geloof 2. Gegevens ontleend aan P. Schouten, Overgang van Frans Voorhout uit de gemeenschap der Gereformeerden tot die van de Roomsch Katolijke Kerk (Amsterdam/ Alkmaar, [1798]]. 3. JA de Kok, Nederland op de breuklijn Rome-Re/ormatie (Assen, 1964) 33. 4. T.H.J. Clemens, Petrus Schouten (1745-1805]. Een bijdrage tot de geschiedenis van de Hollandsche Zending (doctoraalscriptie KU Tilburg, 1975] 33. 5. Ibidem, 43.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2000 | | pagina 39