Voorhouts veranderlijkheid en voorspelde dat deze overgang niet de laatste zou zijn. Voorhout was zeker niet dom, werkte hard en koesterde beslist een warme ijver voor de waarheid en het recht, maar hij was iemand die teveel hooi op zijn vork nam en daarenboven onvoldoende geschoold was. Aan die gebrekkige godsdienstige opvoeding zou zijn stap ten dele althans te wijten zijn. Verder meende hij de oorzaak vooral te moeten zoeken in Schoutens faam en in de beminnelijke wijze waarop Schouten de leer van zijn kerk had weten voor te stellen. Een tweede kritische beschouwing, eveneens anoniem, verscheen in februari.16 Deze schrijver vond het onbegrijpelijk dat Voorhout bij zijn overgang gezworen had zijn hele verdere leven trouw te zullen blijven aan het katholiek geloof Dat was strijdig met de redelijke en vrije natuur van de mens. Aan alle eigen onderzoek verzaken, was verzaken aan de rechten van de mens. '7 Het bleef niet bij deze kritieken. Voorlopig hield de stroom nog aan. Schouten en Voorhout betoonden zich hierdoor niet uit het veld geslagen. Voorhout verdedigde zich door in de loop van 1798 zijn hele briefwisseling met Schouten te publiceren, waarbij Schouten een voor- en narede schreef Tevens schreef laatstgenoemde in 1799 nog De Overgang van Frans Voorhout, uit de gemeenschap der Gereformeerden tot die van de Roomsch Katholtjke Kerk verdedigd; ter beantwoording van een geschrift, genaamd: De overgang van Frans Voorhout getoetst. De toon waarin zowel Schouten als Voorhout hun opponenten beantwoordden was gematigd en respectvol. Dat lag ook in de lijn van hun intentie het publiek voor te lichten. Toch werd dit doel niet bereikt. Integendeel, niemand toonde zich bijzonder onder de indruk van de stap van Voorhout en datgene wat hij ermee beoogde. Men beschouwde zijn daad als een stommiteit en een gevolg van onkunde en labiliteit, waarop hij nog wel terug zou komen. Pastoor Schouten kreeg het verwijt dat hij door zijn geschrijfde tegenstellingen vergroot had. Men vond hem veel te rooms. De recensent van de Vaderiandsche Bibliotheek, riep aan het slot van zijn bespreking van de Verantwoording uit: 'Vader Schouten, Vader Schouten! Gij hebt toch betoogd dat er een God bestaat! Sapienti sat!'.lS Hoe het verder ging De rel, die de overgang van Frans Voorhout in de stad veroorzaakte, doofde langzamerhand uit. Toch kregen de critici, die beweerd hadden dat de wispelturige Voorhout nog wel eens op zijn schreden zou terugkomen gelijk. Uit wat we over Voorhout weten komt hij over als een enthousiast iemand, die zich vol overgave inzette voor het verwezenlijken van zijn idealen. Hij had een voor die tijd ongemeen oecumenische instelling. Pastoor Schouten was iemand, die op een beminnelijke wijze zijn standpunt kon verdedigen. Voorhout en Schouten waren in veel opzichten verwante zielen, maar Voorhout liet zich toch te gemakkelijk door Schouten, die wel innemend kon betogen, maar in het geloof toch traditioneel was, over de streep trekken. Na het overlijden van Schouten in 1805 kon Voorhout zijn draai in de Matthiasstatie al snel niet recht meer vinden. Met diens opvolger pater Mens kon hij niet zo goed

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2000 | | pagina 38