genoemd als 'kaarssemaker en azijnmaker op 't Rissevoort. Was uyt de Beverwijk met de
woon gekomen'. Zijn vader Cornclis was succesvol in zaken en had een kalkbranderij.
Ook Frans begaf zich in zaken, kalkbranderij en leerlooierij, maar had daarnaast
blijkbaar ruimschoots tijd voor andere bezigheden. Geboren te Alkmaar op
24 april 1745, trouwde hij aldaar op 24 augustus 1773 met Maria Bourgogne. Hun
huwelijk bleef kinderloos. Voorhout had een brede maatschappelijke belangstelling, die
zich onder meer uitte in politieke activiteiten.
In de hele westerse wereld ging tijdens de Verlichting het streven naar modernisering en
burgerlijke medezeggenschap gelijk op met het verlangen in onderling contact kennis
en inzicht te verdiepen. Overal rezen maatschappijen of genootschappen die aan dit doel
dienstbaar waren als paddestoelen uit de grond. Al deze organisatievormen van
burgerlijk sociaal leven hadden een verschillende opzet. Soms hadden ze een
menslievende of educatieve doelstelling, zoals de in 1784 in Edam door de doopsgezinde
predikant Jan Nieuwenhuizen opgerichte Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
waarvan in 1786 een Alkmaars departement werd opgericht. Soms waren het
genootschappen, die zich op wetenschappelijk gebied begaven, met name literatuur en
natuurwetenschap. In Alkmaar had men op dit gebied sedert 1759 een leesgezelschap,
dat zich later meer op de natuurkunde ging toeleggen en in 1764 de zinspreuk koos
'Solus nemo satis sapit' (niemand weet alleen genoeg). In 1780 opgeheven vanwege
sterke teruggang van het ledental werd het weer tot leven geroepen in 1782 als
natuurkundig en letterkundig genootschap. Sinds het begin van de 19de eeuw kreeg dit
gezelschap de naam 'Physica'. Daarnaast ontstond in 1793 een leesgezelschap met de
naam 'Leeslust baart Kunde'.
Het Alkmaarse Nutsdepartement heeft bestaan van 1786 tot 1795. In mei 1795 onttrok
het Alkmaarse Departement zich aan de algemene Maatschappij en hield dus op te
bestaan. Na zeven jaar werd er opnieuw een Alkmaars departement opgericht. Voorhout
is in de periode 1786-1795 actief lid van het Nut geweest en heeft toen ook verschillende
bestuursfuncties vervuld. Hij was secretaris en penningmeester en tenslotte van 1794-
'95 voorzitter. Bij de heroprichting in 1802 heeft hij zich opnieuw aangemeld als lid,
maar kwam niet door de ballotage. Zou hier het feit dat hij rooms-katholiek was
geworden een rol gespeeld hebben? Sinds 1786 was hij ook lid van Physica. Uit deze
lidmaatschappen blijkt hoezeer Voorhout een kind van zijn tijd was. Vol interesse voor
wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Een van de doelstellingen van het Nut, volksopvoeding, had zijn speciale belangstelling.
Op eigen kosten begon hij met de uitgave van een tijdschrift onder de titel Frans
Voorhout aan zijne Medeburgers, om zijn stadgenoten te informeren over allerlei politieke
en wetenschappelijke ontwikkelingen. De drukker was Hendrik Coster te Alkmaar. De
meeste nummers hadden een opvoedend karakter en waren bestemd voor de jeugd.
Ook gaf hij gratis onderwijs aan een aantal kinderen. Zelf schreef hij daarover naar
aanleiding van de aanwezigheid van deze leerlingen bij de dienst op 10 september 1797:
Pagina 20:
Zinnebeeldige prent op het in
1784 opgerichte Patriottisch
Genootschap. A. Hulk naar
J.P. van Horstok, 1786.
Topografisch-historische atlas,
Regionaal Archief Alkmaar