De historische situatie
Voor we de repercussies beschrijven van de overgang van Frans Voorhout tot de Rooms-
Katholieke Kerk, willen we het toneel en de hoofdrolspelers in dit drama nader
belichten. Het was een tijd van diepgaande veranderingen in het maatschappelijk
bestel. Onder invloed van de ideeën van de Verlichting in de 18de eeuw was er een
groeiende kritiek gekomen op bestaande politieke structuren. In Frankrijk kregen deze
ideeën gestalte in de Franse Revolutie van 1789. Maar ook in ons land gistte het alom.
Vooral de vermolmde bestuursstructuur, waarbij de macht in handen was van de
stadhouder en de regentenfamilies, stond onder een scherpe kritiek van de oppositie, de
patriottenbeweging. Zij eiste medezeggenschap voor bredere lagen van de burgerij. In
een aan burgeroorlog grenzende situatie stonden prinsgezinden en patriotten heftig
tegenover elkaar, wapengeweld scheen onvermijdelijk.
In deze periode ontstonden in vele steden zogenaamde vrijkorpsen. Dit waren
gezelschappen, waar men zich oefende in de wapenkunst. Tegelijkertijd waren ze een
gespreksforum voor degenen, die de patriotse ideeën waren toegedaan. Ook in Alkmaar
werd op 20 maart 2786 een vereniging gesticht: 'Het Patriottisch Genootschap' met de
zinspreuk 'Het Burgerhart aan deugd verpand, Klopt voor zijn Stad en Vaderland'. Ruim
een jaar later, op 1 september 1785, richtte Frans Voorhout ook een dergelijke organisatie
op voor meer aanzienlijken, 'Uit Voorzorg' met 70 a 80 leden. Voorhout behoorde dus tot
de partij van de patriotten. Van 14 mei tot 20 juni 1786 was hij een van de officieren van
een naar Oudewater uitgetrokken Alkmaars detachement vrijwilligers, dat deelnam aan
de strijd, die tussen regering en patriotten was ontstaan. Het verdere verloop is
overbekend. Toen Wilhelmina van Pruisen, de gemalin van Willem V, in juni 1787 op weg
naar haar medestanders in Den Haag bij Goejanverwellesluis de doortocht was belet,
wendde zij zich in woede tot haar broer, de Pruisische koning. Het door hem gezonden
expeditieleger van 20.000 man maakte vervolgens korte metten met de patriotse
weerstand. Willem V werd in al zijn rechten hersteld. Overal werd de samenstelling van
de vroedschappen in orangistischc zin gewijzigd en trad er voor de patriotten een
politieke windstilte in. Na de Bataafse revolutie in 1795 zien we Frans Voorhout weer
politiek actief worden. Hij werd voorzitter van de meest uit rooms-katholieken
bestaande politieke sociëteit 'Eendracht'. Uit dien hoofde werd hij op 21 maart 1795 voor
zes maanden verkozen tot representant der burgerij. De godsdienstige samenstelling van
de Alkmaarse bevolking in die tijd was als volgt: Een kleine meerderheid behoorde tot de
Gereformeerde kerk, 53%. Met 37% rooms-katholieken was Alkmaar de meest rooms-
katholieke stad van Holland. 6% van de stad was luthers, 1,9% doopsgezind, 0,8%
remonstrant, terwijl de joodse gemeenschap 1,1% van de bevolking uitmaakte.'
Wie was Frans Voorhout?
Frans Voorhout was van eenvoudige burgerafkomst. Zijn grootvader wordt in het
'Historisch Genealogisch Dagboek' van de Alkmaarse chirurgijn Hendrik de Vries