apostolische geloofsbelijdenis. Hij stemde ook in met allerlei met name genoemde rooms-katholieke leerstellingen, zoals die door het concilie van Trente waren vastgesteld. 'ik beken dat de Heilige Katholijke Kerk de moeder en meesteresje van alle Kerken is, en ik beloof en zweer den Roomschen Paus, navolger van den Heilige Petrus, Prince der Apostelen en Stadthouder vanjesus Christus eene waerachtige gehoorzaamheid. Dat waerac htig Katholijk Geloof buiten 't welk niemand kan zalig worden, dat ik tegenwoordig vrijwillig belijd, en voor waerachtig houde, dat zelfde geloof beloof en zweer ik, Frans Voorhout, geheel en onvervalscht tot den laetsten snik mijns leven toe, zeerstandvastelijk, met Godts hulpe, te bewaren en te belijden'. Hierna vond de misviering plaats, waarbij Voorhout voor de eerste maal het altaarsacrament ontving volgens de rooms-katholieke ritus. Vervolgens hield pastoor Schouten een leerrede. Overigens een merkwaardige volgorde gezien de kerkelijke traditie. Het uitgangspunt bij deze preek was de figuur van de apostel Paulus, de christenvervolger, die tot Christus-belijder bekeerd was. Op zich al een opmerkelijke keuze en zeker het daarbij gekozen tekstwoord Handelingen 9:21: 'En allen, die het hoorden, stonden versteld en zeiden: Is hij 't niet, die te Jeruzalem degeenen, die dezen naam aanriepen, zoo vervolgde?'. Het punt van vergelijking blijkt dan in de eerste plaats het verbazingwekkende van Paulus' overgang tot de vervolgde groep van christenen. 'Paulus wierdt van een onbezonnen haater der Christenen, een Vriend, een Broeder, een Litmaat hunner gemeenschap: en gij, die ook meinde tegen de Roomsch Katholieken veel te moeten doen, en dikwijls gedaan hebt, zijt nu één van die geworden, welke gij te vooren zo vervolgde'. Uit de preek komt naar voren welke verbazing de overgang van Voorhout in de stad en daarbuiten teweegbracht. Er werd gefluisterd: 'Hij denkt er zeker bij de stemming der burgers stemmen mee te winnen der Rooms Katholieken. Anderen hebben gesuggereerd dat hij evenals de figuur van Erastratus uit de oudheid, die de tempel van Diana in Efese in brand stak om bekend te worden, ook bekendheid heeft willen verwerven door deze stap'. Schouten wees deze argumenten fel van de hand. Integendeel, zoals Paulus door zijn overgang verdrukking en vervolging te verduren kreeg, zo heeft Voorhout nu reeds laster en smaad over zich uitgestort gekregen vanwege zijn overgang, zowel van roomse als protestantse kant.2 Als we vernemen wat er allemaal op de morgen van die tiende september 1797 in het kerkje aan de Sint Jacobsstraat aan de orde kwam, moet het wel een zeer langdurige aangelegenheid geweest zijn. Maat daar bekommerde men zich in die tijd nog niet zo om. Voor pastoor Petrus Schouten was het dè dag, zo niet van zijn leven dan toch wel van zijn pastoorschap in Alkmaar. De toetreding tot de Moederkerk van deze bekende, tot de publieke kerk behoord hebbende burger, moet hij ervaren hebben als een bekroning van zijn streven de Rooms-Katholieke kerk een gelijkwaardige plaats te doen innemen naast de andere geloofsrichtingen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2000 | | pagina 20