Ook de opening van het Groot Noordhollands Kanaal in 1824 heeft daar niets aan
kunnen veranderen. Het heeft van Alkmaar géén voorhaven gemaakt van Amsterdam en
diende voornamelijk de marktschepen die de stad bezochten.1? Van nieuwe dynamiek
was pas sprake na het midden van de eeuw. Ook in dat opzicht week de situatie in
Alkmaar niet af van die in de meeste Hollandse steden.
De figuren 4 en 5 bevatten informatie over de huurwaarden van respectievelijk 2200 en
1883 woningen in Alkmaar in 1733 en 1832. Vergelijken we deze figuren met figuur 3 dan
blijkt er zowel sprake te zijn van een duidelijke continuïteit als van een zekere
ontwikkeling in de tijd. De continuïteit ligt in het feit dat zowel in 1733 als in 1832 rijk
en arm nog altijd bij elkaar om de hoek wonen. Nog altijd ook, is er eerder sprake van
sociaal onderscheid op gevelwandniveau dan van onderscheid op de schaal van blokken,
om maar te zwijgen van grotere eenheden als wijken. Daarnaast echter valt op dat de
hoogwaardige bebouwing langs het Luttik Oudorp en het Verdronkenoord aan status
verliest. Inderdaad verdwijnen woningen in de hoogste huurklasse uit een groot deel
van de oostelijke stad. Alleen die aan de noordkant van het Luttik Oudorp en de
woningen aan de Bierkade (blokken 72-oost en 73-oost) behouden hun status. Afgezien
van de bebouwing rond de Waag en noordelijke stadspoort lijkt de sociaal-economische
Figuur 4. Alkmaar in 1733 met
opgave van de gemiddelde
huur per blokkant