ns te buigen loop van de delft van de otcntieel en het Noord- Hollandse platteland was daar in grote mate debet aan. Voor een stad als Alkmaar, waar het economische leven voor een belangrijk deel in het licht stond van de verzorging van de omliggende dorpen, had de crisis funeste gevolgen. De omvang van de stedelijke nijverheid, detailhandel en dienstensector is vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw drastisch teruggelopen. De bedrijvigheid in de stad werd voorts verminderd door de afnemende kaasaanvoeren op de Alkmaarse waag. De opbrengst van de impost op de waag in Alkmaar, waar kaas het belangrijkste product was, bedroeg omstreeks het midden van de achttiende eeuw niet meer dan éénderde van het niveau dat een eeuw daarvoor werd gehaald.10 Reeds in 1672 werd gesproken over 't groot verloop van 't welvaren der Stadt Alkmaer en desselfs neeringloosheyt'.11 Als in zovele Noord-Hollandse steden maakte een zekere gezapigheid zich meester van de stad. Het beeld dat overheerst, is dat van een stagnerende kleinstedelijke samenleving. Omstreeks het midden van de negentiende eeuw werd over Alkmaar opgemerkt: 'Een geest van laauwheid en kleinheid is hier de heerschende, een dampkring van beuzelarij, met aansteekende smetstof bezwangerd'.12 Huisjes aan de vestingwal bij het Klein Nieuwland, M.J. Stucki., ca. 1850. Topografisch-historischc atlas, Regionaal Archief Alkmaar

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 2000 | | pagina 11